Welkom

Welkom op mijn weblog.
Hier vind je allereerst bevindingen (berichten) van mij tijdens mijn verblijf in Israel/Palestina; op de pagina Waarnemer in Yanoun, te beginnen op 13 november 2012
(zie: Blogarchief). Verder vind je teksten die ik voor kerk en maatschappij heb geschreven; korte op dezelfde genoemde pagina en wat langere op andere pagina´s.
Laat ajb weten of ze je boeien.


woensdag 21 januari 2015

Zoek samen waar je elkaar kan vinden: wat is jouw bron van leven?

Blijf niet ieder je eigen gelijk maar poneren, maar zoek samen waar je elkaar kan vinden. Dat is wat ik in deze weken van harde verdeeldheid hier in Europa kan horen in de tekst die gekozen is voor ons gebed om eenheid van christenen (Johannes 4: 4-30 en 39-42).

Het begin van de tekst klinkt als een roman, als een romance.
Een man zit alleen aan de rand van de bron; net als in het verhaal van Jacob en Rachel. Het is midden op de dag. Het is broeierig warm en alles ligt stil. Op dat onmogelijke uur gaat een vrouw alleen water halen. Blijkbaar is zij een vrouw die buiten de gemeenschap leeft want water halen dat doe je vroeg in de ochtend of 's avonds net voordat de zon ondergaat -samen met anderen.
De man bij de bron heeft dorst en vraagt de vrouw om water. Op zich is dat niets bijzonders.
Ware het niet dat het op deze plek bij de oude put van Rachel en Jacob een joodse man is en een vrouw uit het volk van Samaria die elkaar ontmoeten. Normaliter gingen Joden en Samaritanen niet met elkaar om. Er bestond een grote kloof tussen die twee, op grond van een gegeven uit een ver verleden, de tijd van de Balylonische ballingschap. Joden en Samaritanen hebben weliswaar een gemeenschappelijke geloofsbron, namelijk de vijf boeken van Mozes, de Tora, maar de Samaritanen hebben zich vermengd met andere culturen en hebben hun eigen plek  waarop ze God, de Eeuwige aanbidden; niet in Jerusalem maar in Sichem -op de berg niet zo ver van deze bron. Joden en Samaritanen lopen in Jezus´ tijd met een grote boog om elkaar heen -zoals lange tijd ook rooms-katholieken en protestanten niets van elkaar moesten hebben.

Ik ben er geweest -twee jaar terug al weer-, bij die bron van Rachel in Sichem; een mooie kerk is er gebouwd in de Palestijnse stad Nablus -zoals het nu heet. Ook was ik er in de sjoel van de Samaritanen, op de berg.
Een mooie, levendige stad, waar moslims en christenen en samaritanen door elkaar leven in een omgeving van militaire bezetting door de buur-staat Israel.
In het kort geschetst: een hedendaagse omgeving waar mensen in grote verdeeldheid leven én waar moslims en christenen elkaar respecteren. En van de tijd van Jezus weten we dat in diezelfde omgeving groepen mensen door elkaar en langs elkaar en naast elkaar leefden in omstandigheden van bezetting door de Romeinen.
In zulke omstandigheden en in onze tijd van verhardende verdeeldheid, m.n. in de Westerse en Islamitische wereld, stellen mensen zich de fundamentele vraag: bij welke bron vinden we nou toch vertrouwen-biedende aanwijzingen voor hoe te handelen, hoe te denken, hoe te spreken in de richting van een perspektiefvolle toekomst voor mensen-samen?

Het is opmerkelijk dat de joodse man Jezus -tegen alle regels en vooroordelen in- de vrouw uit Samaria  bij de bron aanspreekt. Bovendien: zij is vrouw en vrouwen sprak je als man niet aan in het openbaar. De vrouw is zich bewust van de kloof tussen hem en haar en ze durft het te benoemen:'Hoe kun jij, jood zijnde, van mij, een Samaritaanse vrouw, te drinken vragen? ' Deze vrouw-alleen is wellicht op haar hoede, maar op haar mondje gevallen is ze niet.
Zo ontspint zich een gesprek op voet van gelijkwaardigheid waarin gespeeld wordt met dubbele bodems van uitdrukkingen zoals levend water, drinken, dorst en bron.

Wat zou dat mooi zijn: water waar je geen dorst meer van krijgt. Geen twee emmertjes water halen in de hitte van de dag. En nog mooier als het water je diepe verlangens zou kunnen lessen, een verlangen naar een vitale bron, een leven waar je niet uitgeput raakt van je werk, van van-alles-en-nog-wat dat moet -ook in de weekeinden. Soms kun je heel intens verlangen naar zo'n bron van geestkracht die een richting wijst, doel en zin geeft aan je bestaan.

Is het dat waar ook deze vrouw ten diepste naar verlangt? Begrijpt ze, begrijpen wij de dubbele bodem van het gesprek?
Ineens draaien de rollen van het gesprek namelijk om. Jezus die vraagt om water is degene die levend water wil geven, wil zijn.
Levend water, als een beeldspraak voor het Woord en de Geest van God die stroomt als water, helder en verkwikkend, altijd in beweging, steeds weer gelijk, steeds weer anders. Geen god die zich laten vangen in starre dogma's, of in dode letters, maar levendig en Geestrijk; Tora, TeNaCh, Bijbel, ...

Verrassenderwijs gooit Jezus het over een andere boeg en stuit de vrouw tegen het zere been: "Ga heen en haal je man." Een rare opmerking die de levenssituatie van deze vrouw ontmaskerd: Ze heeft vijf mannen gehad maar nu is ze alleen.
Daar zien we haar zitten bij de bron: kwetsbaar, misschien ook een gevoel van schaamte, ontbloot. Toch laat ze zich niet van de wijs brengen, integendeel: ze ziet Jezus als een profeet, als een mens die met God te maken heeft,  als een ziener, die doorziet. Vervolgens zet ze het gesprek voort over godsdienstige verschillen tussen Samaritanen en Joden. Maar Jezus onderbreekt haar opnieuw en het is alsof hij nu zou zeggen: 'Het gaat er niet om in welke kerk je staat, of je vijf of meer mannen hebt gehad, of je nu katholiek of protestants bent, moslim of jood of samaritaan. Gods Geest is niet gebonden aan tijd, aan plaatsen, aan hokjes-denken. Het gaat om jou, om jouw situatie waarin jij nu leeft, om Gods Geest, die jou geestkracht wil geven als een bron van leven.'

Daarmee weet Jezus haar diepste 'ik' aan te boren door aangesproken te worden in haar mens zijn. Niet als ´maar´ een Samaritaanse, niet als ´maar´ een vrouw met dat dubbelzinnige verleden of zielig-alleen, maar juist als een mens waarin een bron van levend water schuilgaat.
Het mooie van deze ontmoeting is de wederkerigheid: de vrouw openbaart de identiteit van Jezus als de Messias die komen zal.
En Jezus bevestigt dat: Inderdaad ik ben, ik ben die ik ben, mensbeeld van die God van de Tora.

Het is de eerste keer dat de evangelist Johannes  in zijn evangelie onthult wie Jezus is. De Samaritaanse ontdekt de bron van levend water in Hem, en ook in haarzelf. Ze vertrouwt op haar eigen kracht, gaat op weg en brengt anderen tot geloof. Volgens mij is zij de eerste vrouwelijke apostel in het Johannesevangelie, later gevolgd door Maria Magdalena en anderen.

Je ziet en voelt dat het in deze ontmoeting gaat stromen. Het grappige is dat juist doordat er verschillen van herkomst, traditie, cultuur en sexe worden benoemd er ruimte ontstaat om te laten zien wie je bent. Dat geldt in dit verhaal voor Jezus maar ook voor de vrouw. Als je in een ontmoeting, in een gesprek dieper durft te gaan dan de oppervlakte, anders dan roddelpraatjes, juist niet napraten van angstverhalen, ja dan praat je ineens anders over de ander, met de ander.
Bron van levend water is Hij, is zij -terwijl ze met elkaar praten.

Ze laten zich niet meer bang maken, niet door de Romeinen en ook niet door hun kruiperige leiders. Nee, ze overstijgen oude tegenstellingen.

Is dat niet ten diepste ook de kracht van de oecumene? De bron van het leven ontdekken in de ontmoeting met elkaar en Gods geestkracht laten waaien: verschillen benoemen, toelaten en elkaar de ruimte geven en komen tot iets gezamenlijks.

Want vaak zien we de andere kant: bronnen die opgedroogd zijn waar geen levend water stroomt en vloeit. Mensen die vastzitten omdat ze niet durven te praten -met elkaar of over hun gevoelens, over verwachtingen waar je niet aan kunt voldoen -omdat er te veel kracht van je geëist wordt- en over het moeten voldoen aan de eisen die de economische mallemolen aan je stelt, waardoor je -net als de vrouw bij de bron- op je hoede bent, misschien zelfs met een pantser om je heen loopt. En is er niet net deze dagen het gevaar dat we ons nog meer gaan pantseren?!

Maar gelukkig: soms zien we het hier gebeuren in onze regio, in Mechelen en hier in Beerzel: water dat stroomt, mensen die voor elkaar een bron worden door zich open te stellen voor de ander. Ontmoetingen die de diepte in gaan met mensen uit verschillende godsdienstige tradities -of geen traditie- en afkomstig uit verschillende streken: toegedekt verdriet dat wordt gedeeld, maar ook de kleine alledaagse verhalen waaruit je levenskracht put. Daarin zien we Gods geestkracht oplichten...

Waar vind je de bron van leven?
Misschien kan dit thema van vandaag en dit verhaal ons uitnodigen om sámen te gaan zitten en elkaar te vragen: ´wat zijn je zorgen?´, en elkaar te vertellen: ´welke zijn je verlangens´, en met elkaar, samen, te horen van elkaar: ´wat zegt ons onze levensbeschouwelijke bron over de mogelijke gezamenlijke toekomst -voor ons en voor onze kinderen- en hoe die te bereiken?´
Want het verrassende is dat én de moslims én de christenen én de joden én de samaritanen in hun geschriften de Tora als gemeenschappelijke basis hebben.

Dus: laat je niet bang maken, blijf niet ieder je eigen gelijk maar poneren, maar zoek samen waar je elkaar kan vinden: wat is jouw bron van leven? Wanneer voel jij het water dat stroomt en sprankelt? Durf, ga, vertrouw.
( Tekst uitgesproken in de oecumenische viering in de kerk in Beerzel, 20-01-2015. Met dank aan Jan Vernooij en Anette Sprotte.)