Welkom

Welkom op mijn weblog.
Hier vind je allereerst bevindingen (berichten) van mij tijdens mijn verblijf in Israel/Palestina; op de pagina Waarnemer in Yanoun, te beginnen op 13 november 2012
(zie: Blogarchief). Verder vind je teksten die ik voor kerk en maatschappij heb geschreven; korte op dezelfde genoemde pagina en wat langere op andere pagina´s.
Laat ajb weten of ze je boeien.


maandag 2 mei 2016

Schepping, Pasen, Nieuwe Schepping

Er zijn steeds wel kunstenaars die op hun eigen wijze het bijbels scheppingsverhaal in mooie beelden willen uitdrukken. Vorige zomer was er in de Wandelkerk in Middelburg een expositie met de schepping als thema en voor de periode na Pasen is er een expositie met als titel ´Eindig in Eeuwigheid, schepping, jij & ik´, van Gijs Elzinga. Deze expositie brengt me er toe om het volgende aan te tekenen.

Het bijbels scheppingsverhaal wordt ons veelal voorgehouden als zou het daar gaan over een weten dat de aarde, of eigenlijk het hele universum, ontstaan is door schepping, door ingrijpen van buitenaf, door een hogere macht, door God. Ons wordt verteld dat we dit vanwege dit scheppingsverhaal moeten geloven.
Het is vervolgens aan diverse kunstenaars om ons het vele mooie en wonderlijke in de schepping te
tonen.

Geloven is een gezindheid, een manier van in het leven staan. Het valt mij op dat de joodse dichters van het Scheppingslied laten horen wat hun inzichten (geworden) zijn omtrent hun gezamenlijke vraag ´Waar gaan we heen, waar gaat het heen, hoe gaat het verder? En Waar komen we vandaan?´ Als volk stellen ze zich in de bijbelteksten op vele manieren de vraag hoe ze volk-van-God geworden zijn, c q kunnen worden. Dat is een filosofische, of levensbeschouwelijke vraag, waar nog een andere vraag achter zit, namelijk -heel kort samengevat-: gaat ´het´?, of gaan ´we´? Met andere woorden: zijn wij mensen helemaal zelf verantwoordelijk voor hoe we leven, of worden we geleefd? Oftewel: aan welke machten leveren we ons uit? Hebben we keuze?

Bij de keuze van de opbouw hebben de schrijvers goed gekeken naar de verhalen van de dominante
godsdienst te midden waarvan ze als ballingen in Babylonië leefden. In de opbouw van het verhaal wordt al duidelijk gemaakt dat de God van Israël van een hogere orde is dan de oppergod van Babel: de zon. Immers op de eerste dag schept God het licht en pas op de vierde dag de zon. Hiermee maken de schrijvers duidelijk dat de Eeuwige de geheel Andere is en juist dat komt in de kern van het Scheppingslied naar voren.

In ons gangbaar, dagelijks leven wordt ons voorgehouden, vertellen we elkaar ´dat het leven -nu eenmaal- gaat zoals het gaat´. We kunnen er zelf niets/niet zoveel aan doen. We moeten het maar nemen zoals het komt -en er het beste van maken. En in de economie (en wat is níet economie in onze dagen?) wordt al heel lang gezegd: als we de vrije krachten van de markt maar hun gang laten gaan, dan komt het vanzelf wel goed.
Mijn vraag hierbij is: welk idee over ´hogere macht´ zit hierin (verstopt)?

Het zal best interessant zijn om te weten waar het leven ooit is begonnen. Maar, of het nu (een) God is
geweest, of het nu vier goden zijn geweest die alles hebben gemaakt of dat het een heel klein stofdeeltje
is geweest dat zich steeds ontwikkeld heeft…..dat weten we niet. En dáár gaat het volgens mij in de bijbel ook niet om! Dat scheppingsverhaal van die zeven dagen wil ons niet vertellen dat God alles uit het niets heeft gemaakt, het wil ons veeleer vertellen hoe die aarde er uit moet zien en wat voor mensbeeld daarbij hoort. Het wil ons wijzen op een ‘manier van leven’.

Hoe ga je, vanuit je levensovertuiging, om met de wereld om je heen? Dat is de kernvraag van het scheppingsverhaal. Niet een geschiedenisverhaal, maar een verhaal voor vandaag de dag. Een verhaal dat een spiegel wil voorhouden. Het wil je levensovertuiging gestalte geven. Kijk eens hoe de wereld eigenlijk zou moeten zijn. Het laat ons zien dat er in de geschiedenis een gedachte is ontstaan die een ander mens- en wereld- en Godsbeeld belangrijk vindt, anders dan hoe het er in het gangbare, heersende denken in de wereld aan toegaat. Niet voor niets vertaalt de Naardense Bijbelvertaling vers 1 van Genesis met “sinds het begin is God schepper”.
Het scheppend handelen van God is van alle tijden. Als het leven van mensen tohoewabohoe (wan-orde) is, is het God die bevrijdt door licht te scheppen. Dat is waarom onze God anders is dan andere goden. Andere goden laten zich door mensen hun gunsten afsmeken door de meest bizarre offers te eisen (en voor goden kun je ook systemen, dogma’s en politieke ideologieën lezen). Onze God is het te doen om de bevrijding van mensen uit de slavernij van angst, opdat deze wereld een leefbare wereld wordt.

En om dát mensbeeld belangrijk te vinden, is geloof nodig. Je moet als mens het geloof hebben dat die
woorden van dat scheppingsverhaal iets willen vertellen over hoe de wereld moet zijn. De bijbelse teksten zijn dan ook in gesprek, in discussie, telkens in nieuwe tijd, in nieuwe omstandigheden, met gangbare denkbeelden, heersende gedachten in de omgeving. En ook nu, met name door de Paasgedachte, horen we spreken over Een nieuwe schepping! Pasen als nieuw begin (2 Korintiërs 5:17-18a).
Door Jezus van Nazareth is het verbond van God met Israël universeel geworden: voor alle mensen op aarde. Jezus als gelovige Jood beaamt dat de aarde van God is en dat ze gedeeld moet worden met al wat leeft. Brood delen, zieken genezen, vrouwen waardig behandelen, gastvrij omgaan met uitgeslotenen, opkomen voor armen, trouw zijn tot op het kruis, zijn tekenen van de komst van het Rijk van God. Geloven in de opstanding, van Jezus, is geloven in het visioen dat evenwicht tussen mens en natuur mogelijk is, is geloven dat de nieuwe mens daartoe kan bijdragen, is geloven dat de liefdevolle God toekomst schenkt aan zijn schepping, is geloven dat de wereld is voorbestemd om een nieuwe hemel en een nieuwe aarde te worden.
Chaos maakt plaats voor orde, verdriet voor vreugde, zonde voor heiligheid, duister voor licht, kwaad voor
goed, Egypte voor het beloofde land, gevangenschap voor vrijheid, slaaf zijn voor kind zijn, vijandschap voor vriendschap, angst voor liefde.

Als je je geloof belijdt en als je wordt gedoopt (in de Paasnacht), zeg je: ik kies voor het nieuwe leven in Gods koninkrijk, op aarde zoals in de hemel. We doen dat in het besef dat het oude (helaas) nooit ver weg is. Maar door de Geest zeggen we steeds opnieuw: ik laat het oude leven los om het nieuwe leven vast te pakken.
Als de tijd vóór Pasen een tijd is om dingen op te geven of te laten staan, laat de tijd vanaf Pasen dan een tijd zijn om iets nieuws op te pakken. We kunnen (wat vaker) opgewekt en opstandig zijn. Want: De Heer is waarlijk opgestaan!
(tekst gepubliceerd in Kerk in het midden, Middelburg, voorjaar 2016)