Israel en kerk
De eerste zondag van oktober is in de kerk, zo lang ik weet,
Israëlzondag; naast dat we Israël elke zondag tegen komen in de
liturgie. In het besef dat zowel joden als christenen hun eenheid
vinden in de God van Israël.
Ik acht het zinvol, als een vorm van permanente educatie, om middels
een speciale zondag ons als christelijke gemeente wakker te houden
en te bepalen bij de Joodse wortels van het christelijk geloof en de
relatie met het levende Jodendom.
In 1949, net na de Tweede Wereldoorlog en de vestiging van de staat
Israël, stelde de hervormde synode een jaarlijkse Israëlzondag vast.
Het werd de eerste zondag in oktober. In die periode vallen de
grote feesten in het Jodendom: Rosj Hasjana (Nieuwjaarsdag), Jom
Kippoer (Grote Verzoendag), Soekot (Loofhuttenfeest).
Er zijn drie motieven voor zo’n aparte markering in het kerkelijk
jaar: gestalte geven aan de verbondenheid met het volk Israël, bezinning op de relatie Kerk en Israël, en gebed voor het
volk Israël.
Velen, buiten en binnen de kerken, denken heden ten dage bij Israël
niet alleen of in eerste instantie aan de relatie met het volk
Israël, maar aan de staat en aan het conflict tussen Israel en de
Arabische buurlanden. Het conflict breekt door alles heen. Bidden voor het volk Israël kun je niet meer los
zien van bidden voor Palestijnen in de door de staat Israel bezette
gebieden. Hoe doe je dat? De roeping tot het gestalte geven aan in
de Protestantse kerk zogenoemde ´onopgeefbare verbondenheid met het
volk Israël´ gaat samen op met de diaconale roeping en de roeping
tot oecumenische verbondenheid met christenen wereldwijd, inclusief
Palestijnse christenen.
Ook al kunnen deze roepingen botsen en schuren, de Protestantse Kerk
kan geen van deze roepingen veronachtzamen. In de beleidsnota over
het Israëlisch-Palestijnse conflict uit 2008 wordt nog eens verwoord
dat de keuze voor het woord onopgeefbaar ‘verstaan dient te worden
tegen de achtergrond van een eeuwenlange geschiedenis waarin de kerk zich sterk had vervreemd van haar wortels in het volk Israël, met
alle voor Israël – en op een andere manier voor de kerk –
desastreuze gevolgen’. Met andere woorden: in de kerk is
theologische herbezinning een permanente must. In de eerste plaats
om niet weer te vervallen in bijbelverstaan waarmee anti-semitisme
(weer) gerechtvaardigd zou kunnen worden. En in de tweede plaats,
daartoe geroepen door mede-christenen in Palestina, om niet illegale
bezetting en schending van mensenrechten bijbels recht te praten.
Deze van twee kanten nodige bezinning brengt ons verlegenheid, waar
we doorheen zullen moeten.
In de eerste plaats is er het besef, meestal onuitgesproken, met
Israël dezelfde God te aanbidden. De God van Abraham, Isaak en Jakob
is dezelfde als de Vader van Jezus Christus -de Zoon van David-.
Israël is in de liturgie een vanzelfsprekende aanwezigheid in onze
aanbidding van God. De liturgie is in al zijn facetten de aanbidding
van Israëls God. Dat is niet zozeer een kwestie van meer aandacht
maar van gelovig bewustzijn.
In de tweede plaats delen wij de Schriften met Israel. Het is daarom
van belang ervoor zorg te dragen dat in elke eredienst die Schrift
wordt gelezen. De gangbare leesroosters voorzien voor iedere zondag
in lezingen uit het Eerste Testament. Die lezen wij en horen we
nadrukkelijk als basis voor de verkondiging van het evangelie en de
liedkeuze (waarin minimaal een psalm). Het nieuwe Liedboek neemt
uitdrukkelijk de psalmen, de liturgie van Israël, op.
En ten derde is dus de vraag, van ons als christenen aan onszelf, en
van Israel aan ons en van ons aan Israel: hoe lezen we, hoe verstaan
we de -gezamenlijke- Schrift, de TeNaCh, het Eerste Testament?
Samen met joden, in Antwerpen, in Amsterdam, in Berlijn, in New
York, in Jerusalem, putten we uit dezelfde bronnen, leven we vanuit dezelfde woorden. Mét alle weerbarstigheid kunnen we keer
op keer leren en beleven dat de God van Israël een God van compassie
en recht is, voor alle mensen.
(Met dank aan de landelijke werkgroep Kerk &
Israel.)
Antisemitisme
Stel dat je vrienden de ´Protocollen van de wijzen van Zion´ hebben
gelezen, samen met alle verhalen van middeleeuwse bloedsmaad, en dat
zij elk woord geloven.
Je kunt protesteren- maar ze lezen het op het internet, in The
Guardian en de Electronic Intifada, dus het moet waar zijn! Als je
probeert uit te leggen dat de joden niet de banken en de media
aansturen, noch dat zij achter 9/11 zaten, noch dat zij ISIS
beheren, noch kinderen vermoorden (of hun organen stelen), jou wordt
verteld dat je dit natuurlijk graag wil geloven over die
verraderlijke mensen, maar je vriend weet het t best – en meer dan
dat, jij probeert vrijheid van meningsuiting te verstikken.
Vervolgens wordt je getrakteerd op een discussie over hoe je vriend,
in goede geweten moet opstaan en vrijmoedig zich moet uitspreken
tegen de moord op kinderen en alle andere kwalen waarvan de
protocollen (oude en nieuwe) de joden beschuldigen, omdat kinderen
vermoorden verkeerd is, genocide verkeerd is, apartheid verkeerd is
en wereldheerschappij proberen te krijgen ook te betreuren is.
Is er dan toch wel iets te zeggen dat hen ervan kan overtuigen dat
´de´ joden niet al deze verschrikkelijke dingen doen.
Hoe kennis maken met Israel en Israels God?
In ons dorp, waar ik ben grootgebracht, in de jaren 50, was een
joods gezin; de man was onze slager, hij slachtte onze koe. Hij
was een dorpeling als ieder ander, behalve dat hij een nakomeling
was (in de diaspora) van het volk van die mooie bijbelse verhalen
van de zondagsschool, over Jozef, David e.m. Spannend ! En
overlevende (besefte ik later) van de uitroeingsstrategie van de
nazi´s. En zo raakte ik geboeid door verhalen van Anne Frank en
Etty Hillesum en ontdekte ik mooie literatuur van joodse
schrijvers, zoals Chaim Potok en I B Singer. Waarin een mooie
mengeling van joodse orthodoxie, weemoed, melancholie,
vrolijkheid, humor; in Berlijn en New York, b.v. En muziek met
dezelfde sfeer, kletzmer. Een mooie verfilming van het verhaal van
Yentl ook; waarin de dochter van de rabbi van haar vader wel
theologie mocht studeren, tegen de traditie in, maar met de
gordijnen van de kamer dicht (want God mocht het wel zien, maar de
buren niet). Het ademt gesprek, discussie, alle mogelijkheid om
niet in dogma´s vast te gaan zitten (zo leek het), zelfkritisch.
Ja, niet zo saai als mijn protestantse kerk op dat moment.
En wat was het een mooie kans om, weer wat later, naar het land
Israel te gaan en daar als vrijwilliger in de kibbutz te ondergaan
hoe het is om te leven in de ideaal-samenleving ´waar men alles
gemeenschappelijk had´. ´Shalom´ als begroeting, waar ik ´moi´
gewend was (met ook, bij het weggaan, ´ajuu´; waarvan ik pas veel
later begreep dat dat een verbastering was van ´a dieu´, ga ´met
God´).
En dan ook nog hevig verliefd worden op een Israelisch meisje. En
dan gaandeweg ontdekken dat in het jodendom ook diverse stromingen
zich ontwikkeld hebben, net als in het christendom, met uitersten
die niet meer met elkaar in gesprek zijn. En dan vervolgens
bewuster en nadrukkelijk op zoek gaan naar die joodse achtergrond
van Jezus. En zo ontdekken dat het zogenoemd Nieuwe Testament het
Oude niet overbodig maakt, integendeel. Jezus en Paulus leven een
specifiek joods geloof. De God over wie in de TeNaCh verteld
wordt, daarover getuigt men dat het die God is die het volk uit de
slavernij bevrijd heeft. Zo heeft het volk vervolgens, meerdere
keren, het vertrouwen gekregen dat met die God bevrijding uit de
machten van de dood mogelijk is; als ze zich maar (weer) op diens
10 aanwijzingen richten.
Via Jezus en Paulus m.n. kunnen ook niet-joden (gojim = uit ´de
volken´ =´heidenen´) deze God voor hun leven van betekenis
verklaren. Machten van de dood, on-geesten, kunnen met deze God
overwonnen worden. En dat is wat ik vervolgens herken in de
denkwijzen van christelijke theologen als Bonhoeffer en Miskotte
en Veerkamp.
Israel heeft (me) een God leren kennen die geen god, of afgod, of
on-geest, wil zijn; die daar niets mee te maken wil hebben (en die
Abraham wegroept van de godenwereld van zijn vaderstam) en juist
zo als een goede God functioneert, gericht op een toekomst van
vrede en recht.
Zelfkritisch-zijn zit dus ook in deze traditie verweven. En het
is dus vanwege de hedendaagse on-geesten die her en der de kop
opsteken (terrorisme, racisme, anti-semitisme, islamofobie,
fascisme, ...) dat we ons opnieuw zullen moeten bezinnen. Wat
kunnen we (joden, christenen, moslims en andere mensen van goede
wil) leren door de geschriften te lezen vanuit de vraag: welke
aanwijzingen voor bevrijding worden ons aangereikt?
-Een dringende oproep daartoe hoor ik o.a. bij Palestijnse
christenen, die te maken hebben met Israelische bezetters die hun
onderdrukkende praktijk legitimeren met de bijbel in de hand (met
hun interpretatie). En tot mijn verrassing reageren evangelicals
(een christelijke stroming met een traditionele bijbelleeswijze)
in ´Christ at the checkpoint´ in Betlehem, heel welwillend op deze
oproep.
Intrigerend is ook dit: Op 7 en 8 november a.s. vindt in Utrecht
een internationaal symposium plaats: Symposium Jezus en Paulus -
joodse hervormers Jezus en Paulus: joodse broeders - joodse
hervormers. Het is dit thema waarvoor Kerk & Israël uitgebreid
aandacht vraagt.
Ik ben benieuwd naar de uitkomsten daarvan.
(Gepubliceerd in de najaarseditie 2016 van KiM, Kerk in het midden, Nieuws van de Nieuwe Kerk, Middelburg. jrg 6, nr. 13.)