Welkom

Welkom op mijn weblog.
Hier vind je allereerst bevindingen (berichten) van mij tijdens mijn verblijf in Israel/Palestina; op de pagina Waarnemer in Yanoun, te beginnen op 13 november 2012
(zie: Blogarchief). Verder vind je teksten die ik voor kerk en maatschappij heb geschreven; korte op dezelfde genoemde pagina en wat langere op andere pagina´s.
Laat ajb weten of ze je boeien.


donderdag 28 december 2017

Een rol voor 'God'?

Al ruim 2000 jaar houden mensen het vol om -met meer of minder succes- het verhaal te vertellen over ene Jezus, wiens korte leven zo bijzonder was geweest dat ook zijn geboorte een toch wel speciale gebeurtenis moet zijn geweest.
En uit dat geheel van geschiedenis en verhaal spreekt telkens vooral de bijzondere betekenis die mensen erin beleefd hebben over God.

Al wel ruim 5000 jaar spreken mensen over hun Godsbelevingen.
Het Joodse volk, het volk Israel, vertelt telkens opnieuw de verhalen over hoe zij volk-van-God zijn geworden, over hoe zij -als volk- telkens weer door God geroepen worden om volk-tot-zijn-eer te zijn. En over hoe zij zich telkens weer -in vreugde en vertrouwen, door vallen en opstaan- op Hem richten. Zó inspiratie biedend voor het leven van telkens nieuwe generaties.

Het volk Israel is over de hele wereld verspreid, in de loop der eeuwen; het Joodse geloof dus ook. En de -heel persoonlijke- verhalen over hun God kunnen dus overal gehoord worden.
En ook door de christelijke kerken zijn de verhalen overal over de wereld verteld.  Want christenen hebben de opdracht uitgevoerd om ook onder niet-Joden over de God van de bevrijding, de God van koning David te vertellen; want die hebben ze door Jezus leren kennen.

En wát een geschiedenissen hébben mensen door de eeuwen heen meegemaakt, rond kerk en synagoge! We hebben allemaal wel zo, in een flits, een voorbeeld in gedachten van wat er in naam van de kerk verkeerd is gegaan, ten opzichte van Joden, ten opzichte van andere volken.
Maar gelukkig, na ruim 5000 jaar van belevingen van mensen met mensen en met God -tot in de diepste diepten van ellende-, blíjven joodse mensen het volhouden om aan volgende generaties te vertellen over hun God, ook hun éigen nieuwe belevingen. En, na ongeveer 2000 jaar van verder vertellen over de bijzondere geboorte van een zoon van een timmerman, zitten tóch weer velen in de kerk met de hoopvolle verwachting iets nieuws over dat wonderlijke kind te horen te zullen krijgen.

Welke eigen -nieuwe- beleving kunnen wij vertellen; een verhaal dat ons raakt, dat ons iets doet, dat ons inspireert, dat betekenis aan ons leven zal geven.
Want, éen ding dat ik de laatste jaren geleerd heb, is dat veel mensen, vooral jonge mensen, er naar verlangen om authentieke, echte verhalen te horen te krijgen -van gewone medemensen- waaruit ze kunnen leren wát waardevol is in het leven en hoe we voor dat waardevolle kunnen stáan. We wíllen -ook tegenwoordig- zulke verhalen te horen krijgen; maar niet op een oude gestrenge manier van ‘je moet dit maar gewoon aannemen, ook al begrijp je het niet allemaal'. De manier waarop we elkaar met onze verhalen tegemoet kunnen treden, tegemoet-komend aan onze vragen en aan onze verlangens-naar-waarden, is níet de manier van de strenge, rechtlijnige gezagsverhalen -waarbij de vaders en ‘de heren' ‘t voor het zeggen hebben-, maar de manier van het broederlijk en zusterlijk uitwisselen van groeiende inzichten uit wat je meemaakt.

Dat wat jij meemaakt en wat je daarin als waardevol-voor-het-leven ontdekt, wil ik graag horen; voor mezelf om te toetsen, om af te wegen. Waar gáat ‘t nou om in ‘t leven, wat is belangrijk, en hoe kan ík meedoen in wat essentieel is; ik, timmerman, ik vrachtwagenchauffeur, ik computer-deskundige, ik vrouw, ik man, jongen, meisje ...
Op welke momenten in je leven merk je, of heb je gemerkt, dat God in jouw leven een rol speelt? -En ik vraag geen oude formuleringen, ik vraag naar jóuw belevingen, bevindingen-. Kom naast me zitten, zoals m'n broer naast me komt, en zoals m'n zus, en zoals m'n vrienden.
Vertel, b.v., wat het je doet, gedáan heeft toen de liefde jou overkwam; dat er iemand is die van jóu houdt. Je hébt de liefde geproefd!?
Vertel, wat het betékent om werk te kunnen doen waar je iets van jezelf in kwijt kunt, waar het er toe dóet dat jíj dat werk doet, dat jíj er bent. Dat ook jij niet voor niks geboren bent.
Vertel, hoe práchtig de schepping in elkaar zit en dat je daar van kan geníeten; van zó veel mooie bloemen, bomen, dieren, sterren, mensen, ...; zó goed gemaakt! En daar ben jij -o, hoe wonderlijk- een klein onderdeeltje van.
Vertel, hoe je geráakt wordt, hoe je ontroerd wordt; waardoor je kunt vloeken -ja, dat ook-, en ook hoe je strijdbaar blijft, én waarom je kunt jubelen.

Ja, het doet verdomde pijn om de wereld, om mensen te moeten zien lijden. En daar word ik verdrietig van, en daar word ik boos van. Want ik heb gezíen dat mensen arm gemáakt worden -doordat elders mensen zich verrijken-.
Het is een grof schandaal, ten hemel schreiend, dat er met Kerst in rijke landen voor miljoenen wordt opgevreten, aan reerug, aan zalmmoes. Godgeklaagd!
Zo, dit is taal van een dominee die in de fabriek gewerkt heeft, die in het derde-wereldland Vietnam de diepe armoede gezien heeft, en die God en Jezus en z'n hele kliek al lang een keer aan de kant geschoven had.

Soms voelt ‘t zó machteloos.
En dán, dan gaan we tóch door.
Hoe dóen we dat?
Ja, hoe doen we dat?
Ik doe ‘t doordat God míj weer heeft vastgepakt; -zo heb ik dat beleefd-.
Opnieuw -door de dood heen, zeg maar- heb ik liefde geproefd, heb ik verwondering beleefd, voel ik me weerbaar, door Jezus, met God.
Ja, ook in Israel en Palestina ! Misschien wel juist daar, samen met welwillende joden, christenen en moslims.

Dus: Vertel, hoe je je -soms- zo héerlijk strijdbaar kan voelen, dat je het er niet bij kúnt laten zitten. Al die machten van onrecht en onvrede, en domheid, hébben gewoon geen gelijk.

Kijk, naar de schaapherders, dat ruwe volk; kijk, naar bouwvakkers; kijk, naar je medemens.
Is er éen minder dan jij? Is er éen meer dan jij? Achten we ons gelijkwaardig?  Willen we écht, als broers, als zussen, van elkaar horen wat we écht belangrijk vinden in het leven?
Nee, willen we echt láten zíen, láten horen, wat we belangrijk vinden in ons leven; en wat we daarover -van God- geleerd hebben?

En willen we ons dan ook wel -in die gelijkwaardigheid- laten gezeggen, willen we ons wel laten corrigeren?
Wíllen we wel -als mannen b.v.- van onze zusters leren, of van onze medebroeders?
Of laten we ons door domme machten-van-de-verleiding leiden?; en moet er dán écht gezag, ‘gezag en orde' bij optreden? Willen we alleen maar door ondervinding, door schade en schande, leren?; met ook schade voor anderen.

Laat je gezeggen, open je hart, luister naar de schaapherders -die op hun beurt luisteren naar de boodschappers, naar de profeten, naar de engelen-: zij loven en prijzen God, omdat Hij hen de redder heeft laten zien.
Jawel, met God, met Gods Zoon, met hem als vriend, als broer -en in zijn zusterlijke Geest- zál het anders gaan!
Vrede kan wél, gerechtigheid kan wél; liefde zal de sterkste blijken! Het Licht straalt, overal.
Het volk dat éen en al duisternis te verduren heeft -onverdraagzaamheid, onvrede, , krijgt Licht, krijgt kracht, wordt gedragen, wordt gezien, wordt verlost.

Dát is wat wij te horen krijgen: Waar wij -mannen en vrouwen- ons machteloos voelen in de rijkdommelijke wan-orde, daar worden we -ook na zoveel-duizend jaar- geïnspireerd om met Jezus in Gods orde, in Zijn Rijk te wonen.
Het kán, God heeft ‘t laten zien! De herders hebben ‘t gezien.
En ze zéiden: We hebben ‘t zelf gezien!

Ja, dat inspireert, dat ontroert, dat maakt krachtig, dat maakt vreugdevol, dat maakt gastvrij!
En daar kunnen we nog jaren, nog eeuwen mee voort.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Uw meedenkende reactie wordt op prijs gesteld.