Welkom

Welkom op mijn weblog.
Hier vind je allereerst bevindingen (berichten) van mij tijdens mijn verblijf in Israel/Palestina; op de pagina Waarnemer in Yanoun, te beginnen op 13 november 2012
(zie: Blogarchief). Verder vind je teksten die ik voor kerk en maatschappij heb geschreven; korte op dezelfde genoemde pagina en wat langere op andere pagina´s.
Laat ajb weten of ze je boeien.


maandag 17 december 2018

Groter dan de wereld-on-machten

    Apocalyptiek is een bijbels genre van spreken dat vooral ten tijde van de Romeinse overheersing gebruikt werd, tijden van benarde omstandigheden. Vanuit het verlangen naar betere (messiaanse) tijden werd de hoop bevrucht door allerlei visioenen, om te ontkomen aan de harde werkelijkheid. Met schrikwekkende beelden en symbolen wilde men het 'rampzalige einde' van vijandige krachten aankondigen: het einde van allen en van alles wat God tegen-streeft of wil uitschakelen; om Hem te laten triomferen in een overwinnende eindstrijd.

Apocalyptische beelden zijn ook met de kerk meegegaan, de geschiedenis door. Mensen hebben er het drama van hun eigen tijd in gehoord: dat was in de Middeleeuwen zo, in de vorige eeuw -die van onze vaders en moeders- vol van verbijsterende gebeurtenissen. En deze eeuw ..., ´wat zal die verder brengen?´ zo kunnen we ons deze weken afvragen ... De vraag is: hoe kijken wíj?, angstig óf verwachtingsvol? Welke beelden zien wij?          (bij NT Geschriftenboek Openbaring 12:1-17)

Ook mensen van de eenentwintigste eeuw zijn omgeven door verschrikkingen. Dat mogen we best wel stellen. Iedere dag worden we via de tv ermee geconfronteerd. Velen in de wereld, in sommige grootsteden, leven met angst voor onverwachte aanslagen. Andere steden storten in door oorlogen. Mensen worden weggejaagd, gefolterd, vermoord of uitgehongerd.
Ook horen we dat we de wereld aan het vernietigen zijn door luchtverontreiniging, voedsel-vergiftiging, vervuiling van de bodem, onverantwoorde uitstoot van CO2, opwarming van de aarde, enzovoort. En menig overheid en groot multinational neemt dat nog steeds niet serieus.
We kunnen ons ook grote zorgen maken over de toekomst als we kijken naar de verhouding tussen de verschillende volken, culturen en godsdiensten. Er is toenemende onverdraagzaamheid, verharding en agressie, in meerdere landen. Het is opnieuw de hoogste tijd om de eenheid van gewone mensen te verdedigen tegen pogingen van racisten en fascisten om ons te verdelen, tegen elkaar op te zetten.

    Ja, Openbaring gaat over onszelf, nu: Wij zijn voortdurend in strijd gewikkeld met goed en kwaad; en we zijn niet meer zo zeker als 20 jaar geleden dat het kwaad in toom te houden is.
Eigenlijk weten we het al: het optimistische vooruitgangs-denken van de afgelopen tijd, de ópgaande tijd van na de 2e W O, dat klopt niet meer met de huidige werkelijkheid. We hébben niet nu een betere wereld dan vroeger.
Jawel, gedeeltelijk zéker wel, de mensheid heeft heel veel goeds bereikt, in veel takken van wetenschap, de medische wetenschap bijv. En ook zijn er nieuwe waardevolle inzichten in de natuurwetenschappen waar we als mensheid ons voordeel mee doen. En ja, ook in de gods-dienstwetenschappen leren de diverse religies eerlijker naar elkaar te kijken en met elkaar om te gaan.

Daar willen we als wél-denkende mensen ook niet meer achter teruggedrongen worden. Christenen niet door conservatieve stromingen die gelijkwaardigheid van mensen ontkennen, joden niet door ultra-orthodoxe groeperingen die medemensen hun menselijkheid ontkennen en moslims niet door islamitische radicalen die vooral angst zaaien.
En toch blijken dergelijke conservatieve krachten in staat onze angst te voeden.

Vraag is dus: is ons gegroeide vertrouwen sterk genoeg, ook in zware tijden, is onze vertrouwensbron krachtig genoeg in ons leven verankerd? En kunnen we die weer meer betekenisgevende plaats toekennen?! Juist mét de verworven inzichten.

Ik wil met u een andere manier van kijken verkennen. Het horen van apocalyptische teksten geeft mij de kans.
In mijn theologie-opleiding, van 35 jaar geleden, vernam ik dat er in de theologie zelf, in het spreken over God doorheen de tijden, ontwikkeling plaats vindt. In de jaren 20 van de vorige eeuw werd er anders over God gesproken dan in de jaren 40 en in die jaren weer anders dan in de jaren 60 en 70. U begrijpt: afhankelijk van de omstandigheden. In de oorlogsjaren hadden mensen andere vragen bij God -waar in de theologie over nagedacht werd- dan in de optimistische jaren er na. Accenten verschuiven: God staat centraal, of de mens zelf komt nadrukkelijker in beeld; in tijden van groeiende wereldwijde solidariteit gaat het meer om navolging van Jezus, of -in tijd van zoeken naar spiritualiteit- is er vraag naar de werking van de Geest.

En wat ik nu zo mooi vind: ook in de bijbel vinden we verschillende genres van vertellingen over God en over mensen. De profetische manier -met daarin een rol voor God en mensen- en de apocalyptische manier, in en voor een andere tijd en andere omstandigheden, met een sterker accent op de rol van God.

Uit de bijbelse geschriften kunnen we, interessant voor onze omstandigheden, een manier van denken waarnemen waarin tijd  gezien kan worden als een gebeuren waarin schokken op-treden, waarin breuken plaatsvinden; waarin als het ware verdichtingen en weer verdunningen optreden. In de tijd vinden herhaaldelijk breuken en 'omvormingen' plaats.
Johannes ziet in zijn visioen een tijd van omvormingen. Een breuk in de tijd vindt er plaats. Inbreuk in de tijd, door God.

Ook nu kunnen we zo kijken. Om iets anders te ontdekken dan met lineair vooruitgangs-denken.

We zien in onze tijd dat allerlei krachten invloed proberen uit te oefenen om omvormingen door te voeren, met name in de economie. En dat gebeurt vanuit verschillende, vaak tegengestelde, belangen.
Het is heus niet zo dat alle raadgevers en zogenaamde wereldredders met de laatste modieuze verlossende woorden uit zijn op ons áller heil.
Maar hun tekenen en wonderen zijn kennelijk zo verleidelijk, voor velen; het lijkt erg aan-nemelijk dat wat déze profeten zeggen en doen uitkomst zal bieden uit de grote verdrukking.
Zeer aannemelijk; zelfs voor de uitverkorenen van God. Want: het ís o, zo moeilijk om te onderscheiden wat uit het goede is, en wat uit het kwade.

Maar, zo horen we van Johannes, God zelf grijpt in, heeft ingegrepen, zal ingrijpen.
Want het feit dat er geen vooruitgang plaatsvindt -geen verbetering in de menselijke ver-houdingen-, dat de macht der duisternis zo groot is, dat het recht van de sterkste, van de rijke, van de machtige steeds weer geldt, dat ziet God.
God ziet de ellende van zijn volk, in Egypte, in Babel, in de Romeinse tijd ... en ook nu. Johannes herinnert er aan.

Van eerdere bijbelse geschriften horen we: 'Ga hen niet achterna', degenen die zich als uw redder voordoen.
Nee, om een eind te maken aan de verdrukking en om de invloed van de valse verlossers te overwinnen zal met overweldigende krachten God zelf verschijnen, in de figuur van de messias, het Lam. Met grote macht en heerlijkheid. De messiaanse tijd zal aanbreken door ingrijpen van God zelf.
Opnieuw, zoals Hij eerder gedaan heeft, -zoals we ons herinneren. Johannes brengt het ons met zijn beelden weer levend voor ogen.

De vrouw, bekleed met alle licht -zon, maan en sterren-, is zij niet een verwante van God, de Eeuwige?! Eva is zij, moeder der levenden; Sarah is zij, aartsmoeder van de twaalf stammen van Israel, en zij draagt nieuwe toekomst, van Godswege.
De vrouw, met een kind, aan wie God bescherming biedt -óok daar in de diepste woestijn-, is dat niet Hagar, een voormoeder vanúit de positie van slavernij?!

De woestijn kan bescherming bieden, voor een poos. Gedurende 40 jaar heeft God zijn volk in de woestijn beschermd, met manna bijv.
Ook van Elia herinneren we ons Gods bescherming in de woestijn -hij werd er door de raven in leven gehouden en hij ontmoette er God in de stilte en daarna durfde hij weer de wereld in, opnieuw geïnspireerd-.
En van Johannes horen we dat God aan de vrouw bescherming biedt door haar adelaars-vleugels te geven waarmee ze voor de draak kan wegvluchten en we horen dat de vrouw niet voor altijd in ballingschap hoeft te verblijven; halverwege de tijd, na drie en een halve tijd,  is het met de draak gedaan.

Steeds opnieuw is er het bemoedigende aanbod van God aan mensen, zijn Koninkrijk ís wel degelijk ophanden.
Jawel, God máakt inbreuk in de tijd. En dat betekent: De tijd van verdrukking en dood, díe tijd eindigt! -als het aan God ligt-. De nieuwe tijd, de tijd van God, de tijd van recht en gerechtigheid dient zich aan.
Juist dáarvan zijn tekenen te zien!  Kleine tekenen, maar met overweldigende macht.

Het Lam, dat is bij het visioen van Johannes geheimtaal voor de overwinningskracht van God.
Met de komst van de Messias zal een nieuwe tijd beginnen, zo getuigt Johannes. En mensen zijn in staat om daaruit te leven.
Dat ziet Johannes. Bij de gemeenten waarnaar hij zijn visioenen overbrieft.
De gemeenten weten dat God het volk verlost heeft van de ballingschap. En dat Hij dat dus opnieuw zal doen.
Door de zondvloed heen, door de woestijn heen, door de verdrukking heen, door de balling-schap heen, door de dood heen biedt God steeds hoop voor het onderdrukte volk, een mensheid, in grote verdrukking; de mens in onschuld gedood.

Mensen in verdrukking, mensen in onschuld gedood, deze zijn het die bij God de hoogste eer toekomen.
Voor hen moeten en kunnen -wat God betreft- de tijden omgevormd worden.

Johannes ziet het.
En wij kunnen het ook zien.
Ons zijn die visioenen toch doorgegeven! Wat een geweldige moed en hoop en stand-vastigheid en vertrouwen krijgen we mee.
Net als van zoveel moedige mensen in de oorlog. Het bewonderenswaardige wat we bij hen zien, is dat ze leven vanuit de kracht van het Lam dat overwint.
Met een prachtige tekst laat Bonhoeffer het ons horen (het is in het Liedboek opgenomen, nr. 511): ‘Door goede machten trouw en stil omgeven, behoed, getroost, zo wonderlijk en klaar, zo wil ik graag met u, mijn liefsten, leven en met u ingaan in het nieuwe jaar. Laat warm en stil de kaarsen branden heden, die Gij hier in ons duister hebt gebracht, breng als het kan ons samen, geef ons vrede. Wij weten het, uw licht schijnt in de nacht’.

Wat ik leer van het apocalyptische denken van Openbaring is dit: er moet wel wat kracht en ingrijpen-van-buitenaf aan te pas komen, wil het terecht-komen met onze wereld. Gods macht blijkt uiteindelijk de grootste. Er is uitzicht op Zijn Koninkrijk, midden in de weerbarstige werkelijkheid.
We mogen ons aansluiten bij de mensen van de tegenkracht, alle mensen van goede wil. In plaats van de dingen maar over ons heen te laten komen, worden we standvastig, onwankelbaar in de hoop en overvloedig in de liefde. Dat al het goede in ons zich voegt bij alle solidariteit en trouw die mensen elkaar betonen, overal in deze wereld en dat de tegen-beweging tegen al wat dood maakt, gesterkt wordt door Gods kracht en spirit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Uw meedenkende reactie wordt op prijs gesteld.