Welkom

Welkom op mijn weblog.
Hier vind je allereerst bevindingen (berichten) van mij tijdens mijn verblijf in Israel/Palestina; op de pagina Waarnemer in Yanoun, te beginnen op 13 november 2012
(zie: Blogarchief). Verder vind je teksten die ik voor kerk en maatschappij heb geschreven; korte op dezelfde genoemde pagina en wat langere op andere pagina´s.
Laat ajb weten of ze je boeien.


dinsdag 21 januari 2014

Nieuwe spiritualiteit de redding?

Ik wil ingaan op wat holisme (of nieuwe spiritualiteit) ons te bieden heeft omdat zij de indruk meevoert perspektief en alternatieven te bieden.
Volgens 'nieuwe-tijd-'denkers ís er een verandering gaande bij de natuurwetenschappen en daarbij aansluitend in de menswetenschappen. Zij beschrijven een algehele wetenschappelijke en kulturele revolutie die zich voor de ogen van de moderne mens voltrekt. Het tijdperk van de Waterman is begonnen.
Deze revolutie werd ingeleid door gezaghebbende natuurwetenschappers als Bohr en Einstein, in de twintiger jaren van de 20e eeuw. De natuurkundigen ontdekten tot hun niet geringe verbazing dat zij de deeltjes die zij bestudeerden in feite op hetzelfde moment ook beïnvloedden. De in de klassieke natuurkunde probleemloos gehanteerde scheiding tussen een waarnemend subjekt en een waargenomen objekt dat onder de waarneming onberoerd bleef, ging in de 'kwantummechanica' niet langer op.

In het oude, mechanistische wereldbeeld dat de natuurwetenschappers sinds Descartes en Newton hanteren, wordt alles herleid tot kleinste deeltjes die causaal met elkaar verbonden zijn. Het ideaal van de oude fysica was een objektieve wetenschap. Steeds duidelijker werd dat god daarbij niet meer gehanteerd hoefde te worden, als de Grote oorzaak.
In de jaren vijftig toen Capra nog als fysicus publiceerde, dacht men met de reduktionistische zoektocht naar de bouwstenen van de materie tot een eind gekomen te zijn. Vooral fysici in Californië, zoals Chew, Capra's leermeester, kwamen met holistische ideeën. Zij pleiten voor een nieuwe fysica waarin men vertrekt vanuit het geheel (holos). Hierin wordt rekening gehouden met 'het besef van wereldomspannende werkelijkheden, van onderlinge afhankelijkheid van alle verschijnselen en het ingebed-zijn van individuen en maatschappijen in de cyclische processen van de natuur'.
Het oude beeld dat de mens zich middels de technologie heer en meester kon wanen over de natuur heeft afgedaan. Omdat het geheel niet rationeel tot haar complementaire delen kan worden herleid, wordt toevlucht gezocht tot de mystieke visioenen over de eenheid van mens en kosmos om duidelijk te maken wat onder het geheel moet worden verstaan.

Nieuwe vormen van spiritualiteit vullen het vakuüm dat was ontstaan door de -ook- religieuze krisis (zingevingskrisis). Het rationalisme is op de terugtocht gezet door mystiek, de tolerantie ten opzichte van het irrationele is groot.

Veel mensen hebben behoefte aan heelheid, holisme, aan spiritualiteit, positieve geloofservaring. Bijvoorbeeld omdat, ook waar ontwapening mogelijk blijkt en armoede niet zou hoeven, tegelijkertijd maar doorgegaan wordt met oorlog aanwakkeren, rijkdom vergaren, milieu bederven, ...  ten koste van vele slachtoffers! Begaan met zo'n wereld vol tegenstellingen hebben zij vaak het gevoel er maar alleen voor te staan. En in die verwarring is soms ook niet meer duidelijk of geloof, geloof in de God van de bijbel nog wel iets betekent.

Moet het rationalisme verdedigd worden tegen de opmars van deze mystiek? Heeft de kwantummechanica het denken echt fundamenteel aan het wankelen gebracht, of is holisme wellicht instrument in het midden van de heersende orde?

Lineair denken, geschiedenis zien als een proces, ontwikkeling via oorzaak-gevolg ... is niet vol te houden na de kwantummechanica; dat zeggen de nieuwe wetenschappers terecht. Maar vervolgens bij cyclisch denken blijven steken, kan evenmin, lijkt mij.

Ten opzichte van de politieke theologie vind ik dat holisme weer teruggaat achter de konklusie dat het niet meer om 'de' mens gaat maar om groepen, klassen, rassen, sexen. Ten opzichte van de in vorige paragrafen gevonden kriteria vind ik dat holisme niet 'vanuit het volk' (democratisch) spreekt.

Voor sommige individuen is persoonlijke groei de oplossing voor het (uiteindelijk) verbeteren van de wereld, zeker voor diegenen die bij de overgang, c.q. transformatie de nieuwe opkomende klasse kunnen (?) vormen.

In verwarrende tijden, zo blijkt, wordt de stroming sterker die individuele beleving vraagt in plaats van rationele analyse en wordt er strijd gevoerd -in de theologie- tussen (individuele) spiritualiteit en politiek. Ik denk dat NewAge aan de gevestigde kerken in Europa en in de Ver. Staten vraagt om duidelijker met hun perspektief naar voren te komen. Dát, dat perspektief en de specifieke inspiratiebron, kunnen ze te bieden hebben aan de maatschappij die zoveel mensen zo arm laat leven. NewAge blijkt een nieuwe invalshoek te zijn om de tekortkomingen van de westerse kultuur aan te wijzen, om die op te lossen. 'Geloof' is daarbij lang veronachtzaamd. De belangstelling voor NewAge maakt dat duidelijk.
Echter, een god die alomtegenwoordig en almachtig is (eventueel met een machtige representant die wel eens even orde op zaken zal stellen en de zondebokken zal offeren) krijgt met NewAge weer ruimte. Iedere zichzelf respekterende god grijpt toch in als de mensen het niet redden (of als ze zich op een andere god verlaten); die nieuwe tijd moet er toch komen!

Om goede redenen had de theologie afscheid genomen van zo'n Macht die de hemel belooft; die voorgaande generaties zo had betutteld en bevoogd. En er zijn goede redenen om gezonde argwaan tegen een 'sterke man' te hebben.

Zijn de heersende machten, de macht van de bewapening, van de rijkdom, van de milieuvervuiling, van de blanke, van de macho, enz. ..., met holisme nu opgeheven? Nee, want niet 'iets goddelijks', zoiets algemeens, grijpt van buitenaf in en brengt de rechtvaardige wereld en de behouden schepping.
Op grond van de hernieuwde belangstelling voor 'het goddelijke in de kosmos en in jezelf' acht ik een uiteenzetten van theologie vanuit de optie van religiekritiek met (pastorale) psychologie van belang. (Na het uiteenzetten door Van Hoogstraten met sociologie.) (Verhaeghe ?)

(Zie de pagina  4 Een wereld van goden, par 413´Technologie en nieuwe spiritualiteit´ -via de kolom links hiernaast.)


dinsdag 7 januari 2014

Eenieder denkt zich ´burger´ en ´vrij´

Elke afzonderlijke wetenschappelijke discipline zou zelfkritisch moeten zijn, sinds ze zich onafhankelijk menen. De economie, de filosofie, de sociologie, de natuurwetenschappen, de pedagogie, de theologie ook ... Via een aantal theologen begrijp ik dat er niet slechts ideologie nestelt in de maatschappij, maar religie.
Valt hieraan nog (weer) te ontkomen?
In ´Drie analyses van religie´ (zie de kolom ´pagina´s´, hiernaast), probeer ik deze theologen kort weer te geven. 
Hieronder enkele aanduidingen.

Autonome (af-)god.
Ideeën over het ekonomisch proces zijn geen geniale uitvindingen van iemand als A. Smith, maar ze zijn zelf (bij-)produkten van het ekonomisch proces, in dit geval van de ruilekonomie van het kapitalisme. De dagelijkse ruil op de markt produceert de abstrakte ideologie, de 'fetisjgestalte` van de waar, het idee dat de rijkdom het produkt is van een autonoom akkumulatieproces. Het kapitaal is de religie, niet enkel de leer van het kapitaal.
Het blijkt dat de klassieke ekonoom Adam Smith een nieuwe god produceerde terwijl hij dat zelf niet in de gaten had. De ekonomische wetenschap die fundamentele kritiek zou moeten uitoefenen op haar eigen vooronderstellingen neemt het kapitaal gewoon aan als vanzelfsprekend, terwijl wij het zelf produceren. De kritiek van een ekonoom die interne tegenstrijdigheden in de theorie ziet en onrecht in de praktijk, werkt kennelijk niet: Het absolute beginsel van het ruil-principe wordt in zijn beslotenheid gelaten, ondanks kritiek vanuit het gebruiks-principe.

Feitelijke gegevenheid is dát wij onontkoombaar religieus zijn, aan handen en voeten gebonden aan de god van de ekonomie. Met de kritische ekonomie -van A.G. Frank- zag ik wel dat de ekonomie mensen en de aarde exploiteert om die, b.v. via arbeid, om te zetten in kapitaal, maar ik zag ook dat velen niet worden aangesproken door deze inzichten. De ekonomie leek een abstrakt, onaantastbaar systeem waartegen je wel kan strijden, maar bij voorbaat kansloos. Wat over leek te blijven was je op zijn minst staande proberen te houden (defensief). Met de ekonomische theologie begrijp ik dat het gaat om een ideologie die totaal wil zijn, een religie. En die komt van mensen.

Moeten we konkluderen dat er slechts door radikale (in-)breuk (waarvandaan?) afgerekend zal kunnen worden met de heersende religie, of is er geen hoop, slechts de realiteit? Misschien moet de realiteit eerst maar eens goed doordringen. Onder het mom dat parlementaire politiek controle heeft (demokratie) over de alomvattende ekonomie wordt de verantwoordelijkheid féitelijk bij (de af-)god gelegd.
Willen we tot een andere ekonomie komen (zonder toeëigening van meerwaarde) dan zullen er daden gesteld moeten worden. Dat is noodzakelijkerwijze dus niet alleen 'parlementair', omdat ons huidig parlementair-demokratisch politiek stelsel in de praktijk niet de ultieme macht over de ekonomie heeft.
(Een 'nieuwe' God er tegenover, is dát de oplossing?)

De invalshoek voor analyse van Van Leeuwen was in en vanuit het kapitaal, theorie-/zaak-analyse, de arbeidswaarde (het afgodsbeeld). Er is -in principe- een rol weggelegd voor het politieke: strategisch handelen. Interveniëren in de ekonomie is politiek; althans dat moet politiek zijn. Die plaats zal ze moeten waarmaken.
De invalshoek van Hinkelammert, vanuit subjekt, de 'knielers', kan ons op dit punt verder helpen. Hij laat ons zien of wij mensen wel zelfverantwoordelijk kunnen/willen zijn voor de ekonomie. Met zo'n kritiek van de religie ontdekken we waar we ons er zélf aan onderwerpen, hoe we er aan meedoen en waar we tegelijkertijd onder dat 'systeem' lijden (arbeidsdeling).
Volgens Hinkelammert is er sprake van fetisjisme van de warenbetrekkingen.

Fetisj.
Fetisjistische transcendentaliteit ontstaat zodra de mens eigen beslissingsmacht aan bovenpersoonlijke krachten overgeeft. Met andere woorden: zodra de mens zijn subjekttitel afgeeft en zich onderwerpt aan die krachten en daarmee zelf objekt wordt. Volgens Hinkelammert geeft de mens zijn beslissingsmacht, over de arbeidsdeling, over aan de krachten markt, geld en kapitaal.
De mens houdt wel een aarzeling bij deze overdracht, een spanning. Hij herinnert zichzelf namelijk nog wel als oorsprong, als subjekt. Hij draagt zijn eigen innerlijkheid over, aan de markt. Die spanning wordt opgeheven door de religieuze projektie: God komt als Subjekt op de waren te liggen. 'God' verzoent de mens met zijn zelfgekozen onmacht. Onder de hoede van God is de warenwereld subjekt en de mens schikt zich zo in de objektpositie. Voor de markt kan de mens niet knielen, voor God wel.
De mens kan op die manier berusten in zijn weigering zelf de subjekttitel te dragen. Het geweigerde deel van zichzelf herkent hij in God, een willekeurige god. God is verantwoordelijk subjekt en beslist over leven en dood. God wordt ingeroepen ter goedkeuring en die goedkeuring wordt door deze God altijd gegeven, zodat de mens zich in zijn gedrag gelegitimeerd voelt.

Hinkelammert heeft fetisjisme herkend in een drietal theorieën van de ekonomie, van Weber, de Trilaterale en Friedman.
Met Hinkelammert begrijp ik dat in de Trilaterale-theorie de mensen het 'geloof' wordt voorgehouden in de kapitalistische ekonomie allen afhankelijk-van allen te zijn en dus verantwoordelijk-voor allen. In de schijn-eenheid van de internationale arbeidsdeling (ten behoeve van kapitaalakkumulatie, dus) wordt ons eeuwig leven beloofd. (Voor de armen ná dít leven.)
Bij Friedman zien we volgens Hinkelammert een open agressief irrationalisme. De mens biedt zichzelf 24 uur aan en koopt zich 24 uur per dag af. Friedman spreekt van 'portfolio-subjekt'; dit subjekt koopt van het subjekt dat voorkeuren heeft en hij verkoopt zich daartoe voor het gewenste deel op de markt. Bij Friedman heeft echter alles een prijs: zon, licht, kinderen, de stem van een zangeres, een park, een uitzicht. Toegepast b.v. op het (willen) krijgen van kinderen betekent het: kinderen zijn een genotartikel en kapitaalgoed.
Elke inkomensbron is kapitaal en elke handeling/interventie kost geld. Men moet steeds berekenen of de investering kapitaalsversterking betekent of vergroting van konsumptie. Het laatste is fout want het is geen toename van kapitaal.

Friedmans programma doorvoeren, betekent het einde van  minimumloon, ouderenzorg, enz. Niet-inmenging van de staat, de kapitalistische eigendomsverhoudingen worden ermee verdedigd. Het enig toelaatbare is liefdadigheid, maar ook dat is een kwestie van vrijheid. De staat dient slechts het garanderen van die vrijheid. Een politiestaat is juist daardoor het gevolg, zo konkludeert Hinkelammert. (Interventie van de politie om non-interventie te verdedigen.)
Geluk, uiteindelijk geluk zal ons deel zijn als we ons maar in volledige overgave beschikbaar stellen, aan de markt, zo kunnen we begrijpen van Friedman.
Met Hinkelammert kunnen we dus konkluderen dat niet alleen onze arbeid wordt toegeëigend, maar: wij zijn volledig eigendom van het internationale kapitaal. Wij beschikken niet meer zelf, we láten over ons beschikken.

Gevangen Denken.
Ook Van Hoogstraten treedt in het subjekt-debat. Hij is er op uit ruimte te zoeken voor een veranderend subjekt. Hij stelt dat de theologie haar openbaringspretentie effekt kan laten hebben als zij haar kritiek op de zogenaamde natuurlijke orde uitbreidt tot de wereldbeelden van sociologen. Zelf vind hij dezelfde religieusiteit als in de (neo-)klassieke ekonomi(sch)e (theorie) terug als ideologische bevangenheid bij een groep kennissociologen, w.o. Luckmann en Weber, die denken in termen van systeem en funktie. Bij deze sociologie stelt hij de vraag: Wat zijn de verborgen metafysische en religieuze vooronderstellingen?

Van Hoogstraten ziet in deze burgerlijke religie een pseudo-gestalte van het christelijk geloof en daarom vraagt het om een theologische reaktie. De theologie moet voor een adekwate reaktie echter eerst zelf van religie bevrijd worden, zegt Van Hoogstraten.
Mijns inziens vraagt religie om theologische reaktie, ten eerste omdat religie knecht en ten tweede omdat zij misbruik maakt van religieuze behoefte van mensen.
Theologie kan wel humaniserende werking hebben (nadat ze van de religie bevrijd is). Ze kan de 'religieuze' mens bevrijden.

De mens is een verdeeld subjekt. Eenwording wordt verhinderd; van een vrij, ongedeeld subjekt is geen sprake.
Ik vertaal dit als volgt: Om de rust te handhaven wordt ons voorgehouden dat beheerssystemen noodzakelijk zijn. We worden op alle mogelijke manieren in de struktuur 'gebonden': 1. Ekonomische afhankelijkheid (b.v. via de staat): als student 'kreeg' ik een studiebeurs. Met de dwang (bank, rente) die binnen een bepaalde tijd terug te betalen. Het eerste kriterium voor een goede baan is dus: goede verdienste. Als uitkeringsgerechtigde werkloze mag ik niet te lang op de gemeenschap teren. 2. Politieke 'vrijheid': We mogen heel demokratisch meepraten maar we moeten de ekonomie zijn gang laten gaan en van de kern-centrales en -wapens afblijven met onze handen. Ik mag kritische theologie studeren zolang de machtsposities in de (kerkelijke) hiërarchische strukturen door die studie niet wezenlijk worden aangetast. 3. Ideologische beïnvloeding: in de school, de media, de kerk, het gezin, ...: 'Het is nu eenmaal zo', of 'dat hoort zo', of 'het is door god gewild', of 'het helpt toch niet'.

Het zit dan ook hardstikke in me (om voor mezelf te spreken). Als ´burger´ uit het rijke NoordWesten houd ik mede de tegenstelling rijk-arm met de Derde Wereld in stand. En als man behoor ik tot de onderdrukkende sexe (hoe snel is 'maar ik hou toch van je' argument genoeg om te kunnen overheersen).
Het systeem, m.a.w., is het subjekt en god staat daar achter.

Wij hebben het in de ekonomie, in de politiek en in de ideologie klaargespeeld god immanent te maken, zo meen ik met de analyses te mogen aannemen.
Kunnen we wel (weer) weerbaar, zelfbewust en verbonden worden?
De weerbarstige werkelijkheid kán en moet getransformeerd worden, naar een 'eigen' nieuwe maatschappijvorm.