Welkom

Welkom op mijn weblog.
Hier vind je allereerst bevindingen (berichten) van mij tijdens mijn verblijf in Israel/Palestina; op de pagina Waarnemer in Yanoun, te beginnen op 13 november 2012
(zie: Blogarchief). Verder vind je teksten die ik voor kerk en maatschappij heb geschreven; korte op dezelfde genoemde pagina en wat langere op andere pagina´s.
Laat ajb weten of ze je boeien.


zondag 31 december 2017

Heil en zegen, bij welke 'God'?

Wat een vreugde, wat een mooie dingen krijgen we te horen en te zien vandaag, de 7e kerstdag!
Jesaja heeft, zo zegt hij letterlijk, een blijde boodschap te brengen.
En Lucas laat ons de vreugde zien van de eerste getuige die in het kind Jezus de zaligheid van God heeft gezien. (Uit de Profeten: Jesaja 61:10 - 62:3 en  uit de Evangeliën: Lucas 2: 22-40)

Heel even kunnen we ons afvragen of deze boodschappen ook nu voor ons bedoeld zijn. Maar van Jesaja horen we het meteen: Zijn blijde boodschap is bedoeld voor zachtmoedigen, voor gebrokenen van hart, voor gevangenen en voor gebondenen, voor treurenden, voor treurenden van Sion en voor vreemdelingen.
Want, zo laat Jesaja weten: God, de Eeuwige, heeft het recht lief.
En Simeon -de eerste getuige van de messias- verklaart: dat God Zijn zaligheid bereid heeft 'voor het aangezicht van alle volken, een Licht tot verlichting voor de heidenen en heerlijkheid voor uw volk Israel'.

Ja, er is weldegelijk uitzicht op een toekomst van heil, ondanks dat we dat zo op het eerste gezicht in onze werkelijkheid niet zomaar kunnen waarnemen.
Ja, we mogen aannemen dat we voor verwachting van heil het beste bij déze God terecht kunnen. Bij deze God en níet bij andere!

De kerk leeft uit verwachting. Wij worden naar de toekomst geroepen.
‘En zie er was een man in Jeruzalem wiens naam was Simeon en deze man was rechtvaardig en Godvrezend en hij verwachtte de vertroosting van Israel en ‘de Heilige Geest was op hem'-net als op Jesaja-. En hij zou de messias zien voordat hij zou sterven.
Het is deze Simeon, deze 'rechtvaardige' -zoals hij genoemd wordt-, het is deze die de belofte- van-God-aan-zijn-volk voor een nieuwe generatie doorgeeft. Ook in deze tijd zal heil, Gods heil, zichtbaar worden.

Heel gewoon, een kind van het volk Israel wordt naar de tempel gebracht, het wordt binnen gedragen in de kring van het verbond, zoals men dat gewend is te doen.
Het messiaskind is een kind van het Verbond, zo laat Lucas ons weten. Zijn ouders doen net als andere Godvrezende Joden: In gehoorzaamheid aan de Tora-voorschriften stellen zij hun eerstgeborene ter beschikking van God de Eeuwige.

Twee representanten van Gods volk, rechtvaardig worden ze genoemd, zijn er getuige van dat met dit kind Jezus de heerlijkheid-van-God in de tempel verschijnt.
Waar zij al heel lang op hopen, gebeurt voor hun ogen. De Wetsgetrouwe Simeon en de profetes Anna zien Gods belofte in vervulling gaan.
En Simeon getuigt: Mijn ogen hebben uw heil gezien dat Ge bereid hebt voor het aangezicht van alle volken.
Heel nadrukkelijk wordt het hier gesteld: Gods heil is als licht tot openbaring voor de volken en het is heerlijkheid voor Gods volk.
Gods toekomst is nabij, niet slechts voor Israel, maar voor alle volken.

Gods toekomst was nabij voor het volk in ballingschap. Gods toekomst is opnieuw nabij 'voor allen die voor Jeruzalem verlossing verwachten'.

En Anna is kennelijk een vrouw die daarover kan meepraten.
Anna, een profetes, is 84 jaar oud en al heel lang weduwe. Van de 12x7 jaar is zij maar 1x7 jaar gehuwd geweest. En al die jaren, dagelijks, verstaat zij de kunst om te wachten zonder te wanhopen. Ze diende God onafgebroken, in de tempel, met vasten en bidden. Ze verliest niet de openheid voor het onverwachte verhoren van haar gebeden. Ze blijft Gods toekomst verwachten. Ze blijft leven uit verwachting.
Deze vrouw ziet in het kind Jezus hoop voor de toekomst. Zij neemt onmiddellijk de gelegenheid te baat om over God en Zijn heil te spreken, tot allen die voor Jeruzalem, voor het volk verlossing verwachten.

Maar, deze oude wijze mensen weten het zo goed. -zij zijn wijze mensen, deze wetgetrouwe en profetische representanten van Israel-: De geboorte van messias Jezus zal een wending in de wereldgeschiedenis teweeg brengen en zijn weg, werk en kruis betekenen hét kruispunt.
Simeon zegt: 'Zie, deze is gezet als val én opstanding van velen in Israel' en: 'hij zal een teken zijn dat weersproken wordt; en de overleggingen uit vele harten zullen openbaar worden'.
Met de openbaring van het heil in Jezus Christus zal ook de tegenwerking aan het licht komen. De komst van het nieuwe zal op verzet stuiten én pijn brengen voor wie er zich met hart en ziel voor inzet.

Laten we eerlijk zijn. In de tijd van de Romeinse overheersing zullen er zeker invloedrijke mensen in Israel zijn die 'overwegingen in hun hart' hebben hoe zij het beste hun eigen belangen veilig kunnen stellen.
Maar, onder meer ten behoeve van arme weduwen zoals Anna zullen dit soort overwegingen- in-vele-harten door de messias openbaar gemaakt worden.
Zo zal de messias hoop geven voor rechtelozen wiens belangen bij de héersende machten geschaad worden.

Laten we eerlijk zijn. De messias zal mensen vlóeren óf doen opstaan, zijn optreden zal 'onthullend' zijn.
En de eerste die dit te horen krijgt is de moeder.
Door je eigen ziel, moeder van alle gelovigen, zal een zwaard gaan.

We krijgen van God een vreugdevolle boodschap, maar die boodschap is tegelijk een o zo realistische.
Gods volk krijgt het opnieuw te horen. Haar uitverkiezing staat onder het voorteken 'dat dit volk tot zegen zal zijn van alle naties'. Uit haar eigen midden staat de messias op. En hij zal scheiding en onderscheiding der geesten te weeg brengen.
Dóor lijden, weerstand en dood heen gaat het naar leven. Níet er om-heen.

In Kerstsfeer willen we het ons allemaal wel romantisch en idyllisch voorstellen, maar Lucas haalt ons al weer uit de roes en laat zien dat Jezus' weg de weg is van offer en van inzet. 
Gods volk zal een teken zijn van Zijn heilsgeschiedenis. De heilsgeschiedenis heeft te maken met lijden-voor-Gods-Zaak; heeft ook te maken met ergernis aan de Eeuwige en aan zijn Volk en aan zijn Gemeente -die het Rijk Gods dóet.
Zo'n weg vraagt geloof en geloofsgehoorzaamheid en dat geeft in de wereld en in ons leven vuurwerk en geknal. Want het moet gezegd: Heil is niet slechts voor een selecte groep, ten koste van anderen, maar God doet gerechtigheid ontspruiten voor het oog van álle volken.

Simeon zegt: 'Zie, deze is gezet als val en opstanding van velen in Israel' en: 'hij zal een teken zijn dat weersproken wordt; en de overleggingen uit vele harten zullen openbaar worden'. Onder meer ten behoeve van arme weduwen zoals Anna.

In Jesaja horen we twee keer dat het heil gebeuren zal voor het oog van de volken.
Heil, redding en gerechtigheid; Jesaja spreekt erover in de meest uitzichtloze situatie in Israels geschiedenis, de tijd van de ballingschap in Babylonië.
In de meest uitzichtloze situatie krijgt een volk te horen dat God Zijn toekomst van heil voor hen in petto heeft.
En het is éen en al opgetogenheid waarmee Jesaja deze boodschap doorgeeft:

Hij, God, heeft mij gezonden om een blijde boodschap te brengen aan zachtmoedigen,
om te verbinden gebrokenen van hart, om voor gevangenen vrijlating uit te roepen en voor gebondenen opening der gevangenis; om uit te roepen een jaar van het welbehagen van de Eeuwige en een dag der wrake van onze God; om alle treurenden te troosten, om over de treurenden van Sion te beschikken dat men hun geve hoofdsieraad in plaats van as, vreugdeolie in plaats van rouw, een lof-gewaad in plaats van een kwijnende geest.
En men zal hen noemen: Terebinten der gerechtigheid, een planting van de Eeuwige, tot Zijn ver-heerlijking.

Ook voor nu mogen we hopen dat gemeenschappen van gelovige mensen voorbeeld zullen laten zien, gerechtigheid en vrede zullen doen.
‘Want zoals de aarde haar gewas voortbrengt en een hof zijn zaaisel doet uitspruiten, zo zal God, de Eeuwige, gerechtigheid en lof doen uitspruiten, voor het oog van alle volken.

Heil kómt er. Van déze God. Dat is zeker!
En waaróm zorgt deze God daar voor?: 'Want, zo zegt God zelf, ‘ik, JHWH, heb het recht lief'.
Deze God heeft het recht lief. Dáarom mogen we heil bij Hém verwachten.

En heel kort en krachtig krijgen we te horen waarom we heil níet bij andere machten hoeven te verwachten: Dáar is roof in het brand-offer te zien, dáar is on-waarheid in hun werk en dáar is níet sprake van een eeuwig verbond.
Het kan misschien zo líjken dat er ook bij hedendaagse verleidingen heil te verkrijgen is, bij de god van de zogenaamde vrijheid, bv., die zegt dat je vooral ‘voor jezelf' moet gaan, -en voor sommigen wordt dat op kórte termijn ook bevestigd- maar op den duur zal het roof blijken te zijn.

En als er in het afgelopen jaar éen voorbeeld is van roof, van 'werk van rechtvaardigheid géen kans geven', of zelfs dat tegenwerken, dan is dat: de macht van het geld gebruiken tegen mogelijk onderdak bieden aan vluchtelingen. Een leegstaand herenhuis met een aanlokkelijk bedrag wegkopen zodat het niet meer beschikbaar is.

We kunnen al jaren zeggen dat veel mensen in onze hedendaagse samenleving niet meer gelovig zijn, niet meer kerkelijk zijn, en we kunnen ook zeggen dat velen, waaronder wijzelf, iedere dag ons aangetrokken voelen tot de verleidingen van andere, moderne goden. En soms moeten we erkennen dat onder die goden afgoden schuilgaan en dat wij hun verlokkingen amper herkennen. Maar dat is nog bijna iets onschuldigs bij wat we dus ook zien: Bewust, openlijk, nadrukkelijk de absolute macht inzetten en gebruiken om eventuele werken van rechtvaardigheid onmogelijk te maken.
En wat we ook, enkele maanden geleden, weer openlijk te horen kregen: rauw antisemitisme in een 'studieconferentie' in Rotterdam. Eén van de sprekers daar schreef op internet dat hij 'geen traan zou laten als men ‘de trein naar het Oosten’ weer opnieuw opstart'.

 Mij is geleerd dat dat -werken van rechtvaardigheid onmogelijk maken, of tegenwerken- te betitelen is als duivels werk. Nadrukkelijk de macht van het kwaad hanteren.
Het spijt me, maar dit móet gezegd worden! Ik hoop en ik bid vurig dat zo'n denken en handelen in ons niet zal post vatten. Moge de God van vrede en recht vaardig over ons blijven!

Als we ons heil van God de Eeuwige verwachten, zal er nóg iets gebeuren: 'jullie zullen priesters van de Eeuwige heten, men zal u dienaren van onze God noemen; allen die hen zullen zien, zullen hen kennen, dat zij zijn een geslacht dat de Heer gezegend heeft. En de volken zullen uw gerechtigheid zien en alle koningen uw heerlijkheid en jullie zullen met een nieuwe naam genoemd worden, die de Heer zelf heeft bepaald. En jullie zullen een sierlijke kroon zijn in de hand van de Eeuwige en een koninklijke tulband in de hand van je God'.

Aan het volk zal te zíen zijn dat ze volk van God zijn. Ze zal zich dan ook als volk van God gedragen. Ze zal een sierlijke kroon en een koninklijke tulband zijn. Ze zal gerechtigheid doen.

Wij kunnen op de laatste zondag van het kalenderjaar een voorbeeld nemen aan de oude Godgetrouwe, rechtvaardige Simeon en Anna. Deze beiden zijn er getuige van dat met het kind Jezus de heerlijkheid-van-God in de tempel verschijnt.
Ook in het komend jaar blíjven wíj getuigen van Gods toekomst, zichtbaar geworden in zijn volk, in zijn messias, én zichtbaar té worden in zijn messiaanse gemeente.

Moge het komend jaar een heilzaam jaar worden, voor zachtmoedigen, voor gebrokenen van hart, voor gevangenen en voor gebondenen, voor treurenden, voor treurenden van Sion, voor weduwen en voor vreemdelingen. Voor alle volken.

donderdag 28 december 2017

Een rol voor 'God'?

Al ruim 2000 jaar houden mensen het vol om -met meer of minder succes- het verhaal te vertellen over ene Jezus, wiens korte leven zo bijzonder was geweest dat ook zijn geboorte een toch wel speciale gebeurtenis moet zijn geweest.
En uit dat geheel van geschiedenis en verhaal spreekt telkens vooral de bijzondere betekenis die mensen erin beleefd hebben over God.

Al wel ruim 5000 jaar spreken mensen over hun Godsbelevingen.
Het Joodse volk, het volk Israel, vertelt telkens opnieuw de verhalen over hoe zij volk-van-God zijn geworden, over hoe zij -als volk- telkens weer door God geroepen worden om volk-tot-zijn-eer te zijn. En over hoe zij zich telkens weer -in vreugde en vertrouwen, door vallen en opstaan- op Hem richten. Zó inspiratie biedend voor het leven van telkens nieuwe generaties.

Het volk Israel is over de hele wereld verspreid, in de loop der eeuwen; het Joodse geloof dus ook. En de -heel persoonlijke- verhalen over hun God kunnen dus overal gehoord worden.
En ook door de christelijke kerken zijn de verhalen overal over de wereld verteld.  Want christenen hebben de opdracht uitgevoerd om ook onder niet-Joden over de God van de bevrijding, de God van koning David te vertellen; want die hebben ze door Jezus leren kennen.

En wát een geschiedenissen hébben mensen door de eeuwen heen meegemaakt, rond kerk en synagoge! We hebben allemaal wel zo, in een flits, een voorbeeld in gedachten van wat er in naam van de kerk verkeerd is gegaan, ten opzichte van Joden, ten opzichte van andere volken.
Maar gelukkig, na ruim 5000 jaar van belevingen van mensen met mensen en met God -tot in de diepste diepten van ellende-, blíjven joodse mensen het volhouden om aan volgende generaties te vertellen over hun God, ook hun éigen nieuwe belevingen. En, na ongeveer 2000 jaar van verder vertellen over de bijzondere geboorte van een zoon van een timmerman, zitten tóch weer velen in de kerk met de hoopvolle verwachting iets nieuws over dat wonderlijke kind te horen te zullen krijgen.

Welke eigen -nieuwe- beleving kunnen wij vertellen; een verhaal dat ons raakt, dat ons iets doet, dat ons inspireert, dat betekenis aan ons leven zal geven.
Want, éen ding dat ik de laatste jaren geleerd heb, is dat veel mensen, vooral jonge mensen, er naar verlangen om authentieke, echte verhalen te horen te krijgen -van gewone medemensen- waaruit ze kunnen leren wát waardevol is in het leven en hoe we voor dat waardevolle kunnen stáan. We wíllen -ook tegenwoordig- zulke verhalen te horen krijgen; maar niet op een oude gestrenge manier van ‘je moet dit maar gewoon aannemen, ook al begrijp je het niet allemaal'. De manier waarop we elkaar met onze verhalen tegemoet kunnen treden, tegemoet-komend aan onze vragen en aan onze verlangens-naar-waarden, is níet de manier van de strenge, rechtlijnige gezagsverhalen -waarbij de vaders en ‘de heren' ‘t voor het zeggen hebben-, maar de manier van het broederlijk en zusterlijk uitwisselen van groeiende inzichten uit wat je meemaakt.

Dat wat jij meemaakt en wat je daarin als waardevol-voor-het-leven ontdekt, wil ik graag horen; voor mezelf om te toetsen, om af te wegen. Waar gáat ‘t nou om in ‘t leven, wat is belangrijk, en hoe kan ík meedoen in wat essentieel is; ik, timmerman, ik vrachtwagenchauffeur, ik computer-deskundige, ik vrouw, ik man, jongen, meisje ...
Op welke momenten in je leven merk je, of heb je gemerkt, dat God in jouw leven een rol speelt? -En ik vraag geen oude formuleringen, ik vraag naar jóuw belevingen, bevindingen-. Kom naast me zitten, zoals m'n broer naast me komt, en zoals m'n zus, en zoals m'n vrienden.
Vertel, b.v., wat het je doet, gedáan heeft toen de liefde jou overkwam; dat er iemand is die van jóu houdt. Je hébt de liefde geproefd!?
Vertel, wat het betékent om werk te kunnen doen waar je iets van jezelf in kwijt kunt, waar het er toe dóet dat jíj dat werk doet, dat jíj er bent. Dat ook jij niet voor niks geboren bent.
Vertel, hoe práchtig de schepping in elkaar zit en dat je daar van kan geníeten; van zó veel mooie bloemen, bomen, dieren, sterren, mensen, ...; zó goed gemaakt! En daar ben jij -o, hoe wonderlijk- een klein onderdeeltje van.
Vertel, hoe je geráakt wordt, hoe je ontroerd wordt; waardoor je kunt vloeken -ja, dat ook-, en ook hoe je strijdbaar blijft, én waarom je kunt jubelen.

Ja, het doet verdomde pijn om de wereld, om mensen te moeten zien lijden. En daar word ik verdrietig van, en daar word ik boos van. Want ik heb gezíen dat mensen arm gemáakt worden -doordat elders mensen zich verrijken-.
Het is een grof schandaal, ten hemel schreiend, dat er met Kerst in rijke landen voor miljoenen wordt opgevreten, aan reerug, aan zalmmoes. Godgeklaagd!
Zo, dit is taal van een dominee die in de fabriek gewerkt heeft, die in het derde-wereldland Vietnam de diepe armoede gezien heeft, en die God en Jezus en z'n hele kliek al lang een keer aan de kant geschoven had.

Soms voelt ‘t zó machteloos.
En dán, dan gaan we tóch door.
Hoe dóen we dat?
Ja, hoe doen we dat?
Ik doe ‘t doordat God míj weer heeft vastgepakt; -zo heb ik dat beleefd-.
Opnieuw -door de dood heen, zeg maar- heb ik liefde geproefd, heb ik verwondering beleefd, voel ik me weerbaar, door Jezus, met God.
Ja, ook in Israel en Palestina ! Misschien wel juist daar, samen met welwillende joden, christenen en moslims.

Dus: Vertel, hoe je je -soms- zo héerlijk strijdbaar kan voelen, dat je het er niet bij kúnt laten zitten. Al die machten van onrecht en onvrede, en domheid, hébben gewoon geen gelijk.

Kijk, naar de schaapherders, dat ruwe volk; kijk, naar bouwvakkers; kijk, naar je medemens.
Is er éen minder dan jij? Is er éen meer dan jij? Achten we ons gelijkwaardig?  Willen we écht, als broers, als zussen, van elkaar horen wat we écht belangrijk vinden in het leven?
Nee, willen we echt láten zíen, láten horen, wat we belangrijk vinden in ons leven; en wat we daarover -van God- geleerd hebben?

En willen we ons dan ook wel -in die gelijkwaardigheid- laten gezeggen, willen we ons wel laten corrigeren?
Wíllen we wel -als mannen b.v.- van onze zusters leren, of van onze medebroeders?
Of laten we ons door domme machten-van-de-verleiding leiden?; en moet er dán écht gezag, ‘gezag en orde' bij optreden? Willen we alleen maar door ondervinding, door schade en schande, leren?; met ook schade voor anderen.

Laat je gezeggen, open je hart, luister naar de schaapherders -die op hun beurt luisteren naar de boodschappers, naar de profeten, naar de engelen-: zij loven en prijzen God, omdat Hij hen de redder heeft laten zien.
Jawel, met God, met Gods Zoon, met hem als vriend, als broer -en in zijn zusterlijke Geest- zál het anders gaan!
Vrede kan wél, gerechtigheid kan wél; liefde zal de sterkste blijken! Het Licht straalt, overal.
Het volk dat éen en al duisternis te verduren heeft -onverdraagzaamheid, onvrede, , krijgt Licht, krijgt kracht, wordt gedragen, wordt gezien, wordt verlost.

Dát is wat wij te horen krijgen: Waar wij -mannen en vrouwen- ons machteloos voelen in de rijkdommelijke wan-orde, daar worden we -ook na zoveel-duizend jaar- geïnspireerd om met Jezus in Gods orde, in Zijn Rijk te wonen.
Het kán, God heeft ‘t laten zien! De herders hebben ‘t gezien.
En ze zéiden: We hebben ‘t zelf gezien!

Ja, dat inspireert, dat ontroert, dat maakt krachtig, dat maakt vreugdevol, dat maakt gastvrij!
En daar kunnen we nog jaren, nog eeuwen mee voort.