Welkom

Welkom op mijn weblog.
Hier vind je allereerst bevindingen (berichten) van mij tijdens mijn verblijf in Israel/Palestina; op de pagina Waarnemer in Yanoun, te beginnen op 13 november 2012
(zie: Blogarchief). Verder vind je teksten die ik voor kerk en maatschappij heb geschreven; korte op dezelfde genoemde pagina en wat langere op andere pagina´s.
Laat ajb weten of ze je boeien.


dinsdag 7 januari 2014

Eenieder denkt zich ´burger´ en ´vrij´

Elke afzonderlijke wetenschappelijke discipline zou zelfkritisch moeten zijn, sinds ze zich onafhankelijk menen. De economie, de filosofie, de sociologie, de natuurwetenschappen, de pedagogie, de theologie ook ... Via een aantal theologen begrijp ik dat er niet slechts ideologie nestelt in de maatschappij, maar religie.
Valt hieraan nog (weer) te ontkomen?
In ´Drie analyses van religie´ (zie de kolom ´pagina´s´, hiernaast), probeer ik deze theologen kort weer te geven. 
Hieronder enkele aanduidingen.

Autonome (af-)god.
Ideeën over het ekonomisch proces zijn geen geniale uitvindingen van iemand als A. Smith, maar ze zijn zelf (bij-)produkten van het ekonomisch proces, in dit geval van de ruilekonomie van het kapitalisme. De dagelijkse ruil op de markt produceert de abstrakte ideologie, de 'fetisjgestalte` van de waar, het idee dat de rijkdom het produkt is van een autonoom akkumulatieproces. Het kapitaal is de religie, niet enkel de leer van het kapitaal.
Het blijkt dat de klassieke ekonoom Adam Smith een nieuwe god produceerde terwijl hij dat zelf niet in de gaten had. De ekonomische wetenschap die fundamentele kritiek zou moeten uitoefenen op haar eigen vooronderstellingen neemt het kapitaal gewoon aan als vanzelfsprekend, terwijl wij het zelf produceren. De kritiek van een ekonoom die interne tegenstrijdigheden in de theorie ziet en onrecht in de praktijk, werkt kennelijk niet: Het absolute beginsel van het ruil-principe wordt in zijn beslotenheid gelaten, ondanks kritiek vanuit het gebruiks-principe.

Feitelijke gegevenheid is dát wij onontkoombaar religieus zijn, aan handen en voeten gebonden aan de god van de ekonomie. Met de kritische ekonomie -van A.G. Frank- zag ik wel dat de ekonomie mensen en de aarde exploiteert om die, b.v. via arbeid, om te zetten in kapitaal, maar ik zag ook dat velen niet worden aangesproken door deze inzichten. De ekonomie leek een abstrakt, onaantastbaar systeem waartegen je wel kan strijden, maar bij voorbaat kansloos. Wat over leek te blijven was je op zijn minst staande proberen te houden (defensief). Met de ekonomische theologie begrijp ik dat het gaat om een ideologie die totaal wil zijn, een religie. En die komt van mensen.

Moeten we konkluderen dat er slechts door radikale (in-)breuk (waarvandaan?) afgerekend zal kunnen worden met de heersende religie, of is er geen hoop, slechts de realiteit? Misschien moet de realiteit eerst maar eens goed doordringen. Onder het mom dat parlementaire politiek controle heeft (demokratie) over de alomvattende ekonomie wordt de verantwoordelijkheid féitelijk bij (de af-)god gelegd.
Willen we tot een andere ekonomie komen (zonder toeëigening van meerwaarde) dan zullen er daden gesteld moeten worden. Dat is noodzakelijkerwijze dus niet alleen 'parlementair', omdat ons huidig parlementair-demokratisch politiek stelsel in de praktijk niet de ultieme macht over de ekonomie heeft.
(Een 'nieuwe' God er tegenover, is dát de oplossing?)

De invalshoek voor analyse van Van Leeuwen was in en vanuit het kapitaal, theorie-/zaak-analyse, de arbeidswaarde (het afgodsbeeld). Er is -in principe- een rol weggelegd voor het politieke: strategisch handelen. Interveniëren in de ekonomie is politiek; althans dat moet politiek zijn. Die plaats zal ze moeten waarmaken.
De invalshoek van Hinkelammert, vanuit subjekt, de 'knielers', kan ons op dit punt verder helpen. Hij laat ons zien of wij mensen wel zelfverantwoordelijk kunnen/willen zijn voor de ekonomie. Met zo'n kritiek van de religie ontdekken we waar we ons er zélf aan onderwerpen, hoe we er aan meedoen en waar we tegelijkertijd onder dat 'systeem' lijden (arbeidsdeling).
Volgens Hinkelammert is er sprake van fetisjisme van de warenbetrekkingen.

Fetisj.
Fetisjistische transcendentaliteit ontstaat zodra de mens eigen beslissingsmacht aan bovenpersoonlijke krachten overgeeft. Met andere woorden: zodra de mens zijn subjekttitel afgeeft en zich onderwerpt aan die krachten en daarmee zelf objekt wordt. Volgens Hinkelammert geeft de mens zijn beslissingsmacht, over de arbeidsdeling, over aan de krachten markt, geld en kapitaal.
De mens houdt wel een aarzeling bij deze overdracht, een spanning. Hij herinnert zichzelf namelijk nog wel als oorsprong, als subjekt. Hij draagt zijn eigen innerlijkheid over, aan de markt. Die spanning wordt opgeheven door de religieuze projektie: God komt als Subjekt op de waren te liggen. 'God' verzoent de mens met zijn zelfgekozen onmacht. Onder de hoede van God is de warenwereld subjekt en de mens schikt zich zo in de objektpositie. Voor de markt kan de mens niet knielen, voor God wel.
De mens kan op die manier berusten in zijn weigering zelf de subjekttitel te dragen. Het geweigerde deel van zichzelf herkent hij in God, een willekeurige god. God is verantwoordelijk subjekt en beslist over leven en dood. God wordt ingeroepen ter goedkeuring en die goedkeuring wordt door deze God altijd gegeven, zodat de mens zich in zijn gedrag gelegitimeerd voelt.

Hinkelammert heeft fetisjisme herkend in een drietal theorieën van de ekonomie, van Weber, de Trilaterale en Friedman.
Met Hinkelammert begrijp ik dat in de Trilaterale-theorie de mensen het 'geloof' wordt voorgehouden in de kapitalistische ekonomie allen afhankelijk-van allen te zijn en dus verantwoordelijk-voor allen. In de schijn-eenheid van de internationale arbeidsdeling (ten behoeve van kapitaalakkumulatie, dus) wordt ons eeuwig leven beloofd. (Voor de armen ná dít leven.)
Bij Friedman zien we volgens Hinkelammert een open agressief irrationalisme. De mens biedt zichzelf 24 uur aan en koopt zich 24 uur per dag af. Friedman spreekt van 'portfolio-subjekt'; dit subjekt koopt van het subjekt dat voorkeuren heeft en hij verkoopt zich daartoe voor het gewenste deel op de markt. Bij Friedman heeft echter alles een prijs: zon, licht, kinderen, de stem van een zangeres, een park, een uitzicht. Toegepast b.v. op het (willen) krijgen van kinderen betekent het: kinderen zijn een genotartikel en kapitaalgoed.
Elke inkomensbron is kapitaal en elke handeling/interventie kost geld. Men moet steeds berekenen of de investering kapitaalsversterking betekent of vergroting van konsumptie. Het laatste is fout want het is geen toename van kapitaal.

Friedmans programma doorvoeren, betekent het einde van  minimumloon, ouderenzorg, enz. Niet-inmenging van de staat, de kapitalistische eigendomsverhoudingen worden ermee verdedigd. Het enig toelaatbare is liefdadigheid, maar ook dat is een kwestie van vrijheid. De staat dient slechts het garanderen van die vrijheid. Een politiestaat is juist daardoor het gevolg, zo konkludeert Hinkelammert. (Interventie van de politie om non-interventie te verdedigen.)
Geluk, uiteindelijk geluk zal ons deel zijn als we ons maar in volledige overgave beschikbaar stellen, aan de markt, zo kunnen we begrijpen van Friedman.
Met Hinkelammert kunnen we dus konkluderen dat niet alleen onze arbeid wordt toegeëigend, maar: wij zijn volledig eigendom van het internationale kapitaal. Wij beschikken niet meer zelf, we láten over ons beschikken.

Gevangen Denken.
Ook Van Hoogstraten treedt in het subjekt-debat. Hij is er op uit ruimte te zoeken voor een veranderend subjekt. Hij stelt dat de theologie haar openbaringspretentie effekt kan laten hebben als zij haar kritiek op de zogenaamde natuurlijke orde uitbreidt tot de wereldbeelden van sociologen. Zelf vind hij dezelfde religieusiteit als in de (neo-)klassieke ekonomi(sch)e (theorie) terug als ideologische bevangenheid bij een groep kennissociologen, w.o. Luckmann en Weber, die denken in termen van systeem en funktie. Bij deze sociologie stelt hij de vraag: Wat zijn de verborgen metafysische en religieuze vooronderstellingen?

Van Hoogstraten ziet in deze burgerlijke religie een pseudo-gestalte van het christelijk geloof en daarom vraagt het om een theologische reaktie. De theologie moet voor een adekwate reaktie echter eerst zelf van religie bevrijd worden, zegt Van Hoogstraten.
Mijns inziens vraagt religie om theologische reaktie, ten eerste omdat religie knecht en ten tweede omdat zij misbruik maakt van religieuze behoefte van mensen.
Theologie kan wel humaniserende werking hebben (nadat ze van de religie bevrijd is). Ze kan de 'religieuze' mens bevrijden.

De mens is een verdeeld subjekt. Eenwording wordt verhinderd; van een vrij, ongedeeld subjekt is geen sprake.
Ik vertaal dit als volgt: Om de rust te handhaven wordt ons voorgehouden dat beheerssystemen noodzakelijk zijn. We worden op alle mogelijke manieren in de struktuur 'gebonden': 1. Ekonomische afhankelijkheid (b.v. via de staat): als student 'kreeg' ik een studiebeurs. Met de dwang (bank, rente) die binnen een bepaalde tijd terug te betalen. Het eerste kriterium voor een goede baan is dus: goede verdienste. Als uitkeringsgerechtigde werkloze mag ik niet te lang op de gemeenschap teren. 2. Politieke 'vrijheid': We mogen heel demokratisch meepraten maar we moeten de ekonomie zijn gang laten gaan en van de kern-centrales en -wapens afblijven met onze handen. Ik mag kritische theologie studeren zolang de machtsposities in de (kerkelijke) hiërarchische strukturen door die studie niet wezenlijk worden aangetast. 3. Ideologische beïnvloeding: in de school, de media, de kerk, het gezin, ...: 'Het is nu eenmaal zo', of 'dat hoort zo', of 'het is door god gewild', of 'het helpt toch niet'.

Het zit dan ook hardstikke in me (om voor mezelf te spreken). Als ´burger´ uit het rijke NoordWesten houd ik mede de tegenstelling rijk-arm met de Derde Wereld in stand. En als man behoor ik tot de onderdrukkende sexe (hoe snel is 'maar ik hou toch van je' argument genoeg om te kunnen overheersen).
Het systeem, m.a.w., is het subjekt en god staat daar achter.

Wij hebben het in de ekonomie, in de politiek en in de ideologie klaargespeeld god immanent te maken, zo meen ik met de analyses te mogen aannemen.
Kunnen we wel (weer) weerbaar, zelfbewust en verbonden worden?
De weerbarstige werkelijkheid kán en moet getransformeerd worden, naar een 'eigen' nieuwe maatschappijvorm.


3 opmerkingen:

  1. Interessant stuk weer, Gerrit. En met een grote kern van waarheid. Waar ik me eigenlijk nog het meest over verbaas, is dat jij en ik er blijkbaar op dezelfde manier over denken.
    We hebben het gezien met Edward Snowden, Pussy Riot en GreenPeace. Actievoerders en andersdenkenden worden verketterd. En hoeveel walvissen zullen er nog vermoord worden door de Japanners voordat de rest van de wereld er eindelijk écht iets aan gaat doen? Hetzelfde geldt voor het zeehondenknuppelen in Namibië en Canada.
    Het probleem is namelijk dit: Zij die er geld aan verdienen, zitten in de hoogste maatschappelijke posities, en kunnen er dus voor zorgen dat de situatie onveranderd blijft. Want een goede studie, een goede baan, geld verdienen, carrière maken, dáár draait het om, wordt ons voorgehouden. En dan zijn er nog de stakkers die in de val van beroemd worden getrapt zijn, denk aan tv programma's zoals The Voice Of, Idols en al die andere talentenjachten. Hoeveel mensen, die toch werkelijk een bepaalde hoeveelheid talent hebben, zien we later nog terug?
    Het hoort, denk ik, allemaal bij het idee van 'de maakbare wereld' en 'het maakbare leven'. Zoals de kolonisten 400 jaar geleden vertrokken naar Amerika, het land van de onbegrensde mogelijkheden, zo moet dat hier ook kunnen, vinden we. En dat wordt ons ook aangeleerd.
    Een verhaal over John Lennon vertelt dat hem op school gevraagd werd wat hij later wilde worden. ‘Gelukkig,’ was zijn antwoord. De leraar zei dat hij de vraag niet had begrepen. Lennon zei dat zijn leraar het leven niet begreep. Het is tekenend voor de maatschappij van minstens de laatste 50 jaar. Er heerst een tendens van: Wees gelukkig en zeur niet. Wie zeurt, wordt ervaren als ‘lastpak’. Er is geen medelijden, geen begrip, niets. Voor wie niet gelukkig is, zijn er twee opties. Ten eerste, ongelukkig zijn en wijselijk zwijgen, zichzelf opvreten, net zolang tot het fout gaat. Frustraties komen naar buiten in de vorm van geweld, drank- of drugsmisbruik of, in het ergste geval, een zelfmoordpoging. En niemand zag het aankomen, uiteraard.
    Optie twee is om naar een psycholoog te gaan, of nog erger: een psychiater. (het ergste, lijkt me, is er één te zijn, maar dat terzijde)
    Daar wordt ons nog verder verteld hoe we met ons verdriet, frustraties en trauma’s moeten omgaan. Ik twijfel niet aan de studies die eraan vooraf gegaan zijn en de oprechtheid van de bedoelingen, maar ook dáár is geen ruimte om negatief te zijn. Er wordt slechts een diagnose gesteld en daarna wordt het probleem zo snel mogelijk verholpen, desnoods met chemisch samengestelde medicijnen.
    En gelukkig zijn mag, maar graag wel binnen de gestelde grenzen en voorwaarden. Want wie stilstaat (in gelukzaligheid of in depressiviteit) is nutteloos. Geld verdienen, belasting betalen, de mensheid dienen. En geen vragen stellen.

    Dat laatste heb ik zelf ervaren toen ik nog op de middelbare school zat. In ons geschiedenisboek stonden hoofdstukken over het oude Egypte, de Romeinse en Griekse tijd, Perzië, Rusland, de Tweede Wereld oorlog, Indonesië, Viëtnam en de Koude Oorlog. Alles werd behandeld, behalve Indonesië.
    Ik las het hoofdstuk door en probeerde een paar vragen te stellen erover, want behalve dat er vermeldt werd dat er ‘kritiek was op de houding van de Nederlanders in Indië’, werd er verder niet in details getreden. Ook mijn leraar reageerde ontwijkend, en na enig ‘zeuren’ zei hij, niet zonder irritatie, dat het geen verplichte lesstof was en het teveel tijd kostte om erop in te gaan.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. (2

    Zo wordt een mens dus dom gehouden. Letterlijk, in dit geval. En op nog veel meer manieren. Wie dit leest, wilt u de volgende keer als u een applicatie op uw telefoon installeert, voor de grap eens de algemene voorwaarden ervan doorlezen? Hetzelfde verhaal met de spelletjes op Facebook. U zult ervan schrikken wat er allemaal in staat, welke rechten het programma zich toe-eigent. En waarom? Omdat u te goeder trouw bent en nog steeds gelooft in de goede intenties van Vader Staat.
    Maar Vader Staat heeft zijn vaderlijke karakter allang verloren: Het is een bedrijf geworden. Nederland BV, Europa inc., verzin het maar. Het zijn op winst gebaseerde superconcerns die gespecialiseerd zijn in lobbyen en het maken van handels- en prijsafspraken.

    Dat is allemaal leuk gesteld, en het zal me niets verbazen als deze post me een registratie oplevert bij Interpol als mogelijk gevaarlijke cel. In dat geval, lieve speurhonden: doe je best, ik wacht hier met een pak koekjes.
    Maar dat verandert nog niets aan de situatie. De eerste vraag is: Wie is de schuldige? (De banken? De overheden? De multinationale concerns?) En waar is het dan fout gegaan? Waar en wanneer zijn ze te ver gegaan? Wie is verantwoordelijk voor het ingrijpen? Wie doet iets, en wie doet niets? En waarom?
    Op deze vragen is geen eenduidig antwoord mogelijk, denk ik.
    In de huidige tijd worden steeds meer mensen zich bewust van de kwetsbaarheid van het leven. We stellen steeds meer vraagtekens, van voorgeschreven medicijnen tot een pak melk uit de supermarkt. En als we de bijsluiters lezen en de ingrediëntenlijst op de verpakking, zien we dat we al die jaren niet zozeer zijn voorgelogen, maar dat we zelf onoplettend zijn geweest. Alle E-nummers staan vermeld, en met minimale inspanning is op Internet een lijst te vinden met die E-nummers en wat ze betekenen.
    Ander voorbeeld: In Virunga National Park in Congo, een van de laatste leefgebieden van de met uitsterven bedreigde berggorilla, is olie gevonden. Shell knijpt zich in de handen en is al enige tijd bezig met het afsluiten van contracten met lokale overheden. Verschillende organisaties, zowel natuurbescherming als humanitair, zijn er fel op tegen vanwege de risico’s voor mens en milieu.
    Of het allemaal doorgaat? We zullen het waarschijnlijk dit jaar nog weten.

    Het grote geld heeft als een wrede godheid de macht naar zich toe getrokken, en zolang overheden voor priester spelen en het volk dogma’s weten in te prenten, zal er niets veranderen.
    Er is een kleine beweging van verandering merkbaar, maar nog lang niet sterk genoeg. Als we écht verandering willen, dan zullen we net als in het Midden-Oosten een revolutie op moeten zetten. Niet ‘occupy’, maar ‘freedom’. Want het idee van ‘recht op vrij denken’ wordt doelbewust verward met ‘vrijheid van meningsuiting’, en iets vrij krijgen door het te bezetten, lijkt me de omgekeerde wereld.
    Een situatie zoals in Egypte en Syrië is hier moeilijk voor te stellen – hopelijk komt het niet zo ver. Maar het wordt langzamerhand wel duidelijk dat de democratie zijn langste tijd gehad heeft. Iedereen waant zich ‘vrij’ en ‘burger’ op de koop toe.


    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ikzelf bind me enkel aan de regels die ik mezelf heb opgelegd:
    Waardering (niet zozeer respect) voor de universele levenskracht, zoals men die vindt in alle leven, van bacterie tot olifant.
    Wees trouw aan vriend én aan vijand.
    Wanneer je gebruik maakt van iets dat door de maatschappij beschikbaar is gesteld, betaal dan de gevraagde vergoeding.
    Je bent niets verplicht uit sociale of maatschappelijke overweging. (dit lijkt bot en wrang, maar het zorgt ervoor dat ik dingen ‘uit mezelf’ doe, niet ‘omdat dat nou eenmaal zo hoort’).
    En de belangrijkste: Leef. Dood zijn duurt lang genoeg. Voel, ervaar, proef, lach en huil.
    Want er is geen weg naar gelukkig zijn, gelukkig zijn is de weg, zegt een Boeddhistische wijsheid.
    Op die manier probeer ik me te ontworstelen aan de door de maatschappij gestelde regels (dogma’s), en ik denk dat het een manier is om het geluk niet aan banden te laten leggen.

    BeantwoordenVerwijderen

Uw meedenkende reactie wordt op prijs gesteld.